Grondwet met grote woorden beetje bijgewerkt
DEN HAAG. Een fundamentele discussie over de Grondwet, daar zat premier Rutte niet op te wachten. Twee kleine tekstuele aanpassingen kunnen er net mee door. Al zijn die tegelijkertijd, inhoudelijk beschouwd, wel substantieel.
De afgelopen jaren zuchtte Nederland onder een economische crisis. Niet bepaald dé tijd om de belangrijkste wet van ons Koninkrijk uitvoerig tegen het licht te houden, zei Rutte vrijdag tijdens zijn persconferentie. Dat een staatscommissie jaren had gewerkt om met verbetervoorstellen te komen, veranderde daar niets aan. Het kabinet-Balkenende VI kondigde de commissie in 2007 aan; in 2010 was die klaar met haar werk. Daarna bogen beide Kamers zich erover. „Het is niet zo dat dit dan meteen moet leiden tot het herschrijven van de Grondwet”, stelde Rutte laconiek.
In die wet, zo bevestigde het kabinet vrijdag opnieuw, wordt vóór artikel 1 opgenomen: „De Grondwet waarborgt de democratie, de rechtsstaat en de grondrechten.” Die algemene bepaling fungeert dan als een soort leeswijzer. Of, in de woorden van het kabinet: Hij „geeft de contouren aan voor het lezen en begrijpen van de Grondwet.”
Daarnaast komt het recht op een eerlijk proces voor een onafhankelijke en onpartijdige rechter in het belangrijkste staatsdocument te staan. Dat recht is al lang stevig verankerd in wetgeving en rechtspraktijk. Toch is een expliciete erkenning in de hoogste wet volgens de regering belangrijk, „omdat de Grondwet het juridisch-staatkundig basisdocument is en een waarborgfunctie heeft.”