Hoeveelheid vis in Noordzee blijft groeien
IJMUIDEN. Het gaat erg goed met haring, schol en tong in de Noordzee. Ook de kabeljauwstand heeft zich dit jaar verder hersteld. Toch adviseren biologen voor drie van deze vier economisch belangrijkste vissoorten een verlaging van de toegestane vangst in 2017.
Dat blijkt uit de voorlopige vangstadviezen van de Internationale Raad voor Onderzoek der Zee (ICES). Alleen de hoeveelheid te vangen tong kan wat ICES betreft met 15 procent omhoog. Het Wageningse onderzoeksinstituut Imares presenteerde de adviezen gisteren namens ICES aan het ministerie van Economische Zaken, de visserijsector en milieuorganisaties. De adviezen zijn bepalend voor de visvangstquota voor 2017, die aan het einde van het jaar door de Europese visserijministers worden vastgesteld.
Het bestand Noordzeeharing blijft gezond met een omvang van ongeveer 2 miljoen ton volwassen haring. Ook de visserijdruk is laag en ligt al sinds 1996 onder het streefniveau voor een zogeheten duurzaam beheer, aangeduid met de Engelse afkorting MSY. Toch adviseert ICES voor 2017 om 18 procent minder haring voor menselijke consumptie te vangen (426.259 ton). Het advies voor de totale haringvangst is 458.926 ton, dat is 13 procent minder dan de toegestane aanlandingen in 2016. Reden voor de verlaging is dat de biologen in hun berekeningen van een hogere natuurlijke sterft uitgaan dan vroeger. Er wordt namelijk meer haring door kabeljauw opgegeten dan eerder werd ingeschat.
Begin dit jaar zwom er volgens ICES ruim 64.000 ton volwassen tong in de Noordzee. Het bestand bevindt zich nu op MSY-niveau. Voor Noordzeetong is een meerjarig beheerplan van kracht, dat een uitbreiding van de vangst voor het volgende jaar beperkt tot maximaal 15 procent. Daarmee komt het advies op ruim 14.000 ton.
De hoeveelheid schol in Noordzee (en Skagerrak, dat voor deze vissoort erbij wordt opgeteld) groeit al jaren en bereikt met ruim 945.000 ton volwassen vis een nieuw record sinds het begin van de metingen in 1957. De visserijdruk op deze soort is de laatste jaren fors afgenomen. De Europese Commissie wil het beheerplan niet meer als uitgangspunt nemen. ICES kijkt daarom naar de visserijdruk en adviseert een verlaging van de scholvangst met 15 procent.
De hoeveelheid kabeljauw, tien jaar geleden nog op een dieptepunt, herstelt zich langzaam en zit nu tegen de grens waarop het bestand als gezond wordt beschhouwd. Probleem is dat er maar weinig jonge kabeljauw bijkomt. ICES adviseert een verlaging van de vangst met 4 procent voor de Noordzee, het westelijk Skagerrak en het Kanaal samen.
De organisatie van kottervissers VisNed laat in een reactie weten blij te zijn met het „super gezonde” niveau van de visbestanden in de Noordzee. De verlaging van het scholquotum vindt VisNed echter „onacceptabel”, hoewel dat al enkele jaren niet wordt opgevist omdat de vloot is gekrompen. De verlaging is volgens VisNed te wijten aan „onduidelijke administratieve en politieke redenen.”