Onderzoek voorspelt groei rechts in EP
Bij de verkiezingen die van 10 tot 13 juni worden gehouden, zal het Europees Parlement (EP) een lichte ruk naar rechts maken. Die verwachting komt naar voren uit een wetenschappelijk onderzoek.
De voorspelling van de London School of Economics and Political Science werd dinsdag in Brussel gepresenteerd. Het betrokken instituut hanteert modellen die vijf jaar geleden een prognose opleverden die voor 92 procent bleek te kloppen.
De christen-democraten, verenigd in de Europese Volkspartij (EVP), waarbij ook de Britse conservatieven zijn aangesloten, blijven de grootste groepering. Zij zouden rond 285 van de 732 zetels krijgen, zo geven de cijfers aan, terwijl zij er thans 232 van de 626 bezetten. Dat betekent een groei van 37 naar 39 procent van het totaal. De winst wordt vooral behaald in Duitsland, Engeland en Polen.
De socialisten eindigen in de resultaten van de studie op de tweede plaats met ongeveer 217 zetels. De liberalen stijgen naar rond 73 zetels.
De statistici voorzien dat de opkomst nagenoeg op hetzelfde niveau zal liggen als in 1999. Daarbij constateren zij een tegengestelde ontwikkeling: in het westelijk deel van de EU gaan minder mensen naar de stembus, maar in de nieuwe lidstaten in Oost-Europa is de animo juist groot. De 25 landen van de Unie tellen gezamenlijk 344 miljoen kiesgerechtigden.
Voor Nederland voorspelt het instituut dat de PvdA klimt van zes naar acht zetels en het CDA daalt van negen naar eveneens acht. De VVD gaat van zes naar vijf, GroenLinks halveert van vier naar twee en D66 van twee naar een. De combinatie ChristenUnie-SGP duikelt van drie naar één. De SP behoudt een stoel in het EP en de LPF debuteert met één afgevaardigde. Als gevolg van de herverdeling die samenhangt met de uitbreiding van de EU beschikt Nederland in de volgende periode over slechts 27 zetels, tegen 31 nu.
