Hervormd Nieuw-Lekkerland in wisselende tijden
Hervormde gemeenten zijn in de loop der eeuwen soms nogal eens van kleur veranderd. Soms zetten predikanten door een langdurig verblijf hun stempel op de gemeente.
Dat leert ook de geschiedenis van de hervormde gemeente van Nieuw-Lekkerland, vastgelegd in een lijvig boekwerk door Jo Molenaar, ouderling van deze gemeente. De eerste predikant, ds. Gerardus Verstegen, die in 1616 naar Nieuw-Lekkerland kwam, moest een verklaring tekenen dat hij ten minste zeven jaar de gemeente zou dienen. Precies zeven jaar later vertrok hij naar Oud-Beijerland. Daarna dienden predikanten korter of (veel) langer de gemeente.
Zes predikanten stonden langer dan twintig jaar in de gemeente en drukten er dus een stempel op.
Ds. Jacobus Outhovius (latinisering van Van Oudenhoven) diende de gemeente 34 jaar, van 1631 tot 1664. Hij markeerde al de sfeer van de Nadere Reformatie, met nadruk op eenheid van leer en leven. Na zijn uittreding uit een klooster had hij aan de voeten van Gijsbertus Voetius gezeten. Hij hield twee boetepreken vanwege de overstroming van de Alblasserwaard in december 1658, die hij duidde als straf op de zonden van de inwoners.
Maar op de eenheid van leer en leven viel bij de pastor zelf kennelijk wel het een en ander aan te merken. Van alle lidmaten werd verwacht dat ze, afgezien van „bijzondere belemmeringen”, deelnamen aan het heilig avondmaal. Ging een gemeentelid niet aan, dan moest het zich daarvoor verantwoorden. Bij een gastdominee ging inderdaad de hele gemeente aan het avondmaal. Maar bij ds. Van Oudenhoven waren het nog slechts dertien mannen en ongeveer evenveel vrouwen. Steeds meer mensen gingen in naburige gemeenten ter kerke. De classis moest herhaaldelijk ingeschakeld worden vanwege conflicten in de gemeente.
Ds. Petrus van der Velden stond er 42 jaar, van 1681 tot 1723. Hij was volgens Molenaar „de bekendste predikant in de geschiedenis van Nieuw-Lekkerland”, een man die het gedachtegoed van de Nadere Reformatie was toegedaan en aanvankelijk veel vijandschap ondervond. Uiteindelijk maakte hij echter een opwekking mee. In die tijd dienden zich ook al de eerste conventikels aan, waarmee ook ds. Van der Velden (in Renswoude) enige affiniteit had, maar niet conform de „extreme uitingen” van de predikant uit Molenaarsgraaf, die zelf zulke gezelschappen belegde. Laatstgenoemde werd dan ook vermaand door een classicale commissie waarvan ook ds. Van der Velden deel uitmaakte.
Ds. Johannes Baudij stond na Van der Velden 38 jaar (van 1724 tot 1762) in Nieuw-Lekkerland. Hij moest zijn rechtzinnigheid onderstrepen door afstand te nemen van de leringen van de verlichte ds. Balthazar Bekker en prof. H. A. Roëll, aanhangers van de Franse filosoof René Descartes. Onder hem was het gemeenteleven „rustig”, constateert Molenaar.
Psalmberijming
Ds. Hermanus Geugjes Bakker hield het in Nieuw-Lekkerland 27 jaar vol (1765-1792). Over zijn prediking is weinig bekend. Onder zijn bediening werd de ‘nieuwe’ psalmberijming van 1773, die sporen draagt van het verlichtingsdenken, zonder slag of stoot ingevoerd. Nu kon „Neerlands God met een welluidend psalmgezang” worden verheerlijkt, meldde de classis.
Enkele decennia later trad ds. Gijsbert Boele van Schagen in Nieuw-Lekkerland aan, die er meer dan vijftig jaar zou staan (van 1828 tot 1880). Hij was een uitstekend schaatsrijder, maar werd er ook van beschuldigd dat hij met zijn huishoudster een scheve schaats reed. Molenaar is van oordeel dat de theologische ligging van deze dienaar moeilijk vast te stellen is, maar hij rekent hem eerder tot de vrijzinnige dan tot de rechtzinnige richting. Desondanks heeft de Afscheiding (1834) nauwelijks vat op de gemeente gekregen. In 1870 telde de hervormde gemeente 2182 zielen, terwijl slechts 35 personen waren aangesloten bij ”een afgescheiden kerk”.
En ten slotte ds. Hendik Jan Hulscher, hij was 27 jaar lang dominee van Nieuw-Lekkerland. Hij behoorde tot de confessionele richting, maar een deel van de gemeente voelde zich niet door zijn prediking aangesproken. Middagdiensten werden slecht bezocht of alleen gehouden wanneer er kinderen gedoopt moesten worden. Het werd me bij het lezen van dit onderdeel duidelijk in welke sfeer mijn vader door ds. Hulscher werd gedoopt op 13 maart 1910.
Keerpunt
Na het vertrek van ds. Hulscher wendde Nieuw-Lekkerland de steven, onder dezelfde kerkenraad overigens als ten tijde van ds. Hulscher. Een eerste beroep werd uitgebracht op de dominee van Staphorst (ds. P. Kruijt). Met ds. Gerard Alers trad in Nieuw-Lekkerland in 1921 een predikant aan die zich tot de Gereformeerde Bond rekende en daarvoor ook propaganda maakte. En dan komen langzamerhand de predikanten voor het voetlicht die we nog wel kennen, ook van Kinderdijk, de gemeente die in 1964 los van Nieuw-Lekkerland zelfstandig verder ging. De in april in Nieuw-Lekkerland bevestigde predikant A. de Lange kon nog net in de beschrijving worden meegenomen.
Uiteindelijk kwam toch het moment dat ook hervormd Nieuw-Lekkerland scheurde. Molenaar beschrijft het geding dat ten tijde van ds. Tj. de Jong ontstond tussen de kerkenraad en het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond. Er was sprake van een ontwikkeling richting Het Gekrookte Riet. Samen op Weg werd „een hoofdpijndossier.”
Na het fusiebesluit van de drie SoW-kerken op 12 december 2003 spraken zestien kerkenraadsleden zich uit voor ”blijven”; twee leden verklaarden dat ze geen lid van de Protestantse Kerk in Nederland konden worden. Ruim 200 leden sloten zich aan bij de Hersteld Hervormde Kerk. Molenaar schrijft: „Het slothoofdstuk is triest en ingrijpend. De trouwe Verbondsgod, die 400 jaar de gemeente geleid heeft, blijft Dezelfde. Hij was de constante Factor in hoogtijden en bij dieptepunten.”
Breder kader
Langs de hoofdlijnen inzake de prediking in de gemeente tekent de auteur ook bredere kerkelijke ontwikkelingen, met een keur van literatuur onderbouwd. Ook hier blijkt weer hoe lokale kerkgeschiedenis van belang is voor de algemene kerkgeschiedenis. Veel aandacht krijgt ook de belangrijke rol van de classis. Een prachtig boek, met veel foto’s verlucht.
Boekgegevens
Gods akkerwerk. Vier eeuwen kerk langs de dijk in Nieuw-Lekkerland, Jo Molenaar; uitg. college van kerkrentmeesters hervormde gemeente Nieuw-Lekkerland Dorp, 2016; ISBN 978 90 825 2820 6; 528 blz.; € 34,90.