Segers: Brexit moet in Nederland leiden tot debat over Europa
MAASTRICHT. De uitslag van het Britse referendum dwingt Nederland ertoe de koe bij de horens te vatten en ook het debat aan te gaan over wat wij belangrijk vinden in Europa, meent dr. Mathieu Segers.
De hoogleraar eigentijdse Europese geschiedenis en Europese integratie aan Maastricht University vindt het moeilijk te zeggen waar dat proces van heroriëntatie op onze positie in de EU toe zal leiden. „Maar het is belangrijk dat we gaan nadenken over hoe wij het Europa van de toekomst zien.”
Dat debat zal op „constructieve wijze” moeten worden gevoerd, betoogt hij. „In het besef dat de Europese integratie van wezenlijk belang is geweest voor de manier waarop wij in de afgelopen decennia onze samenleving hebben kunnen bouwen. Onze welvaart hebben we mede te danken aan Europa.”
Er gaan al stemmen op om ook in Nederland een referendum te houden over ons EU-lidmaatschap.
„De kans daarop is niet zo groot, want daar is geen meerderheid voor. Desondanks is er absoluut geen reden om opgelucht adem te halen. De discussie over de EU is daarmee niet verdwenen. Juist daarom is het nodig met elkaar in debat te gaan.
De meeste Nederlandse politici wilden handhaving van de status quo in Europa. Geen nieuwe verhoudingen. Het vertrek van Groot-Brittannië uit de EU opent echter een enorm spectrum aan nieuwe scenario’s. Er kunnen zelfs nog wel meer landen uittreden. We worden dus gedwongen om in ijltempo alsnog na te denken over waar wij met Europa heen willen. Anders neemt het draagvlak voor Europese samenwerking alleen maar verder af. En dat terwijl de internationale context steeds onzekerder wordt. Dan moet je voorzichtig zijn met het opgeven van de schaarse zaken die nog stabiliteit bieden, zoals de EU.”
De Britten hebben dat toch gedaan.
„Deze EU was niet de EU van de Britten. Zij hebben de Tweede Wereldoorlog gewonnen. Ze verwachtten dat de regie over de inrichting van de Europese integratie bij hen zou komen te liggen. Die zou dan gericht moeten zijn op de coördinatie van handelsstromen. Dat is niet gelukt. Ze hobbelen sinsdien achter de Fransen en Duitsers aan. Dat is voor hen niet te verkroppen.
Bovendien is de Europese samenwerking onder Franse en Duitse leiding supranationaal van karakter. De Europese natiestaten moeten bevoegdheden overdragen en verwateren daardoor. De Britten zijn daar allergisch voor, want die hebben de oorlog juist dankzij hun natiestaat overleefd. Zij wilden dus weer de controle terugkrijgen over hun eigen land.”
Wat staat Nederland te doen nu wij een van onze natuurlijke bondgenoten in Europa kwijtraken?
„De politieke partijen moeten zich erop voorbereiden dat de verkiezingen volgend jaar zullen gaan over Europa en de toekomst van de Europese integratie.
Het Britse vertrek dwingt Nederlandse politici te definiëren waar het met de eurozone heen moet. Dat is het hartland van de Europese integratie. De machinekamer waarin de blauwdrukken voor de toekomst zullen worden gemaakt. De vraag is of ons land in dat gremium een constructieve rol gaat spelen of op de rem gaat staan. Ik hoop het eerste.”
Omdat Nederland EU-voorzitter is, moet premier Rutte de aankomende EU-top voorzitten. Wat raadt u hem aan?
„Iedereen kijkt nu naar de politiek of die met een kalmerende boodschap kan komen. Het is Ruttes verantwoordelijkheid om de rust te bewaren en het hoofd koel te houden, zodat niet ook in de politiek de paniek toeslaat.
Hij moet daarom proberen om ondanks alles een constructieve sfeer te scheppen om met alle betrokkenen tot nadere afstemming te komen. Dat zal nog een moeilijke klus worden.”