De oproep volgt op een alarmkreet van vakbond CNV. In bedrijfstakken waar fraude en uitbuiting op de loer liggen, krijgen bedrijven lang niet vaak genoeg controle van de inspectie door een gebrek aan mankracht, aldus CNV-voorzitter Maurice Limmen. „Er moet snel fors meer capaciteit bij. Malafide werkgevers hebben nu vrij spel.”

De risicosectoren zijn de land- en tuinbouw, de bouw, de detailhandel, het transport, de horeca, de uitzendbranche en de schoonmaak. De inspecties zijn bedoeld om onder meer schijnconstructies, oneerlijke concurrentie en uitbuiting terugdringen.

In de risicobranches zijn vorig jaar 5348 controles uitgevoerd op in totaal zo’n 154.000 werkgevers, dat is slechts 3,5 procent. Veel te weinig, aldus Limmen. „Dat zet dus geen zoden aan de dijk. Zonder controle zijn regels en wetten een wassen neus.”

Volgens CDA’er Pieter Heerma is het aanpakken van malafide bedrijven door de inspectie „nodig om uitbuiting tegen te gaan en om bonafide bedrijven te beschermen tegen oneerlijke concurrentie”. En D66’er Steven van Weyenberg zegt dat het signaal van het CNV weer eens laat zien hoe nodig het is de inspectie uit te breiden.

De PvdA heeft eerder op uitbreiding van de inspectie aangedrongen, aldus PvdA-Kamerlid John Kerstens. Hij wijst op de 35 extra inspecteurs die er in overleg met vakbonden en werkgevers bij zijn gekomen. „Vorig jaar wisten we daarbovenop 5 miljoen extra voor de inspectie vrij te spelen.”

De VVD benadrukt wel dat de inspectie zelf moet blijven bepalen waar ze haar prioriteiten legt. En wat VVD-Kamerlid Anoushka Schut-Welkzijn betreft zijn dat vooral zwartwerk en veiligheid. „Daar moet echt de aandacht liggen.”