Gert-Jan Roest: Heb in verkondiging oog voor afgoden westerse cultuur
AMSTERDAM. Om de Evangelieboodschap anno 2016 nog te laten landen, is het belangrijk oog te hebben voor het feit dat de westerse cultuur een „schaamtecultuur” aan het worden is, met haar eigen „afgoden.”
Dat betoogt drs. Gert-Jan Roest in zijn proefschrift ”The Gospel in the Western context”, waarop hij woensdag 6 juli aan de VU in Amsterdam promoveert.
Roest is als voorganger verbonden aan Via Nova in Amsterdam, een zendingsgemeente binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken. Zijn ervaringen in het missionaire werk –Via Nova bestaat inmiddels tien jaar– overtuigden hem er steeds sterker van dat een van de kenmerken van de huidige cultuur is dat het een „schaamtecultuur” aan het worden is. „De vraag waar veel zoekers mee lopen, is niet de schuldvraag – zoals Luther die kende.”
Waar mensen wél mee lopen, constateert Roest, zijn vragen als: Word ik wel gezien, op Facebook bijvoorbeeld? „Ik kom veel mensen tegen die kampen met angst, of gevoelens van waardeloosheid: „Ik ben niemand, stel niets voor.””
Dat moet gevolgen hebben voor de Evangelieverkondiging, stelt hij. „Luthers vraag speelde in zijn tijd erg. In de verkondiging werd daar ook sterk op ingezet, en dat gebeurt nog steeds wel. Maar vanuit het Evangelie valt er meer te zeggen. De schuldvraag is wat mij betreft geen diepere vraag dan de schaamtevraag. Misschien laat de Geest vandaag andere aspecten van Jezus’ werk oplichten – en moeten wij dat ook doen.”
In zijn dissertatie gaat Roest te rade bij de Leidse theoloog prof. H. Berkhof (1914-1995) en de Britse theoloog prof. Colin Gunton (1941-2003). Uitvoerig beschrijft hij ook de „afgoden” van de huidige cultuur. „Welke beelden houden ons gevangen? Dat van menselijke kracht bijvoorbeeld, en dat van individuele vrijheid, zelfontplooiing. Welzijn, veiligheid. Er is ook niets meer voorbij de dood dat belangrijk is. Dus is er een grote angst voor de dood – we kunnen niets meer met Jezus’ woorden in Mattheüs 6: Wees niet bezorgd voor de dag van morgen.”
De invloed van deze „beelden” gaat christenen niet voorbij, stelt hij vast. „In de Evangelieverkondiging moeten deze ontmaskerd worden.”