Kamer wil helderheid over bestedingen scholen
DEN HAAG (ANP). Onderwijsminister Jet Bussemaker moet met scholen beter afspreken hoe die verantwoording afleggen over de besteding van hun geld. Dat wil de Tweede Kamer. Uit het jaarverslag van het ministerie bleek recent dat er onvoldoende inzicht in de bestedingen is, doordat scholen redelijk vrij zijn om te kiezen hoe zij hun geld uitgeven.
De Kamer wil ook dat Bussemaker onderzoekt hoe het komt dat het schooladvies voor vervolgonderwijs en het advies naar aanleiding van de eindtoets maar in 48 procent van de gevallen overeenkomt. In 38 procent van de gevallen scheelt het zelfs een heel schoolniveau. Een oorzaak zou kunnen zijn dat er maar één school mag worden geadviseerd.
Verder wil de Kamer dat de bewindsvrouw uitvogelt hoe het komt dat leerkrachten zo weinig gebruik maken van de mogelijkheden om hun kwaliteiten te vergroten met behulp van een beurs. Leraren zeiden dat ze geen tijd hadden, waarop het mogelijk werd gemaakt extra vaardigheden op te doen tijdens schooluren. Maar dat heeft nog niet geholpen.
De kwesties komen aan de orde tijdens een debat over onderwijs woensdagmiddag. Eppo Bruins van de ChristenUnie bepleit daar dat iedere Nederlander een persoonlijke ‘scholingsbeurs’ krijgt en daarmee recht op evenveel jaren door de overheid meebetaald onderwijs. Nu betaalt het Rijk volgens hem zo’n tien jaar mee aan het onderwijs voor iemand die naar de universiteit gaat en zes jaar voor iemand die een beroepsopleiding doet. Bruins wil dat mensen die jong korter leren dan anderen later in hun leven ‘jaren’ uit de beurs kunnen gebruiken om zich om- of bij te scholen.
De PvdA wil tijdens het debat vooral de ongelijke kansen in het onderwijs aankaarten. De Kamerleden Mohammed Mohandis en Loes Ypma komen met veertien voorstellen om het euvel te bestrijden. Ze zijn aangeslagen op onder meer een bericht van de Onderwijsinspectie. Die concludeerde dat even slimme kinderen niet altijd even goede kansen krijgen, vaak doordat de één de steun van hoogopgeleide ouders heeft en de ander niet.