Melkveehouders gaan door diep dal
WOERDEN. De Nederlandse melkveehouders maken moeilijke tijden door. De prijs die zij momenteel voor hun melk ontvangen, zo’n 25 cent per liter, ligt 8 tot 10 cent onder de kostprijs.
Dat zei melkveehoudersvoorman Kees Romijn dinsdag bij de presentatie van de jaarlijkse internationale melkprijsvergelijking van boerenorganisatie LTO.
Na twee jaren met hoge prijzen is 2015 één van de slechtste jaren voor de melkveehouders geworden. Leden van FrieslandCampina ontvingen 33,22 euro per honderd kilo. In 2014 was dat nog 41,14 euro. De coöperatieve zuivelreus, die drie kwart van de Nederlandse boerderijmelk verwerkt, doet het niet slecht: hij staat op de vierde plaats in het rijtje van 16 Europese ondernemingen die LTO liet onderzoeken. Vorig jaar nam FrieslandCampina de derde plek in.
DOC Kaas bungelt dit jaar met 26,54 euro helemaal onderaan. Vorig jaar betaalde het bedrijf uit Hoogeveen, dat dit jaar fuseerde met de Duitse zuivelreus DMK, zijn boeren nog 9,99 euro per honderd kilo meer. De gemiddelde melkprijs van de 16 ondernemingen ging van 38,60 euro in 2014 naar 31,27 euro vorig jaar, wat neerkomt op een daling met 19 procent.
In april 2015 werd na ruim 30 jaar de Europese melkquotering afgeschaft. Nederlandse melkveehouders hebben hun productie daarop fors uitgebreid, alleen vorig jaar al met zo’n 7 procent. De stijging heeft zich dit jaar voortgezet.
Volgens LTO heeft de gestage groei van de wereldwijde melkproductie met daartegenover de vraaguitval vanuit China en de boycot van zuivelproducten door Rusland voor onbalans gezorgd op de zuivelmarkten. De daling van de melkprijs, die in 2014 begon, heeft zich in 2015 en ook de eerste helft van 2016 voortgezet.
In 2009 was de melkprijs nog lager dan nu, maar de periode met lage prijzen duurde toen korter. Vooral de lange duur van de crisis op de zuivelmarkt leidt ertoe dat melkveehouders in problemen komen. Romijn, voorzitter van de LTO-vakgroep melkveehouderij, sprak van „ingrijpende” gevolgen: „Bedrijfsovernames worden uitgesteld, investeringen vooruit verschoven en de noodzakelijke verduurzaming van bedrijven raakt in de knel. Fiscale maatregelen werken niet, omdat geen winst wordt gemaakt. De zwaar tegenvallende bedrijfsresultaten werken ook door op verwante en toeleverende bedrijven.”
Volgens Romijn kan bij de huidige prijzen niemand melk produceren. „De melkveehouders hunkeren naar herstel van de melkprijs.” Hij rekende voor dat een gemiddeld melkveebedrijf nu elke maand 6000 tot 7000 euro achteruit boert.
LTO ziet niets in een vrijwillige beperking van de melkproductie, zoals Polen, Frankrijk en Duitsland en ook twee kleinere melkveehoudersorganisaties in Nederland hebben bepleit. „Het is een dure, ingewikkelde maatregel, die linksom of rechtsom op het bordje komt van de melkveehouders”, zei Romijn. Bovendien vloeit er dan geld van landen die sterk op de markt gericht zijn, zoals Nederland, naar landen die dat veel minder gericht zijn, zoals Frankrijk.
Volgens de melkveehoudersvoorman zou het opheffen van de sancties tegen Rusland echt helpen om uit het prijsdal te komen. Als Rusland dan zijn grenzen weer opent voor westerse voedingsmiddelen, kan de zuivelexport naar dat land worden hervat. Romijn pleitte verder voor overbruggingskredieten, die melkveehouders „lucht geven” om een deze moeilijke periode door te komen.