OM doet DNA-onderzoek in zaak containerbaby
AMSTERDAM (ANP). In een nieuwe poging de ouders van de zogenoemde containerbaby uit Amsterdam te achterhalen, laat het Openbaar Ministerie (OM) een DNA-verwantschapsonderzoek doen. Het is nog altijd niet bekend waar het meisje, dat in oktober 2014 werd gevonden in een ondergrondse vuilcontainer, vandaan komt.
Het Nederlands Forenisch Instituut (NFI) gaat aan de hand van het DNA-profiel van de baby in de DNA-databank voor strafzaken zoeken naar biologische verwanten. Dit onderzoek duurt naar verwachting enkele maanden.
Eerder weigerde het RIVM informatie te verstrekken die mogelijk kan helpen bij het achterhalen van de herkomst van het kindje. Het ging hierbij specifiek om de hielprik dat het meisje had gekregen. Volgens het RIVM kwam hierbij het medisch beroepsgeheim in het gedrang. „Dat kan alleen bij heel hoge uitzondering, in zwaarwegende zaken die een gevaar zijn voor bijvoorbeeld moeder of kind. En dat is nu niet het geval”, liet het eerder al weten.
Het OM had het DNA van de containerbaby willen vergelijken met DNA-profielen op hielprikkaarten die bij het RIVM worden bewaard. Nu dat niet mogelijk is, volgt het onderzoek bij het NFI.
De baby werd gevonden toen een voorbijganger in Amsterdam-West geluidjes uit een ondergrondse vuilcontainer hoorde. Het meisje is ondergebracht bij een pleeggezin.