Westdorpe haalt Arjan Erkel in
Arjan Erkel is weer thuis. Het Zeeuws-Vlaamse Westdorpe heeft de bevrijde medewerker van Artsen zonder Grenzen maandagmiddag warm onthaald. Het komende jaar neemt hij rust om de „slechte ervaring” in de republiek Dagestan te verwerken.
Erkel is geen Westdorper; nooit geweest ook. „Ik zie hem voor het eerst”, zegt een dorpeling. Ook een oude man, twee poedels in een tuig, heeft de ex-gijzelaar nog nooit gezien. Erkels ouders, afkomstig uit Rotterdam, streken hier drie jaar geleden neer om er een rustige oude dag door te brengen. Dik een jaar later werd die rust wreed verstoord door het bericht dat hun zoon ontvoerd was. Twintig maanden leefden ze tussen hoop en vrees. „De mensen hier hebben zo intens met ons meegeleefd”, zegt vader Erkel midden in de uitlaatgassen van de open auto waarmee zijn zoon wordt ingehaald.
Nadat zondag het bericht kwam dat Erkel op vrije voeten was, zette de dorpsraad in korte tijd een feestje op touw. Luidsprekers voor Arjans ouderlijk huis storten reeds lang van tevoren vrolijke klanken over het dorp uit. Een groot aantal inwoners heeft de vlag uitgestoken. In de hal van de rooms-katholieke kerk worden ballonnen in bedwang gehouden. Te midden van spandoeken en kleurige vlaggetjes hangen rijen kindertekeningen aan een touw: werkstukken die Erkels ouders van schoolkinderen uit het hele land ontvingen om hen te bemoedigen.
Brandweer met sirene en kinderen met ballonnen gaan voorop als Erkel in een open Mercedes het dorp wordt binnengereden. De bevrijde gijzelaar neemt het applaus en de begroetingen nerveus in ontvangst. Het is nog maar anderhalve dag geleden dat hij in de Zuid-Russische republiek Dagestan een blinddoek omkreeg en werd meegevoerd. Dit betekent vrijheid of het einde, dacht Erkel.
„Om kwart voor drie gistermorgen belde de ambassadeur in Moskou met het bericht dat hij vrij was”, zegt vader Erkel. „M’n zoon bracht me naar Eindhoven, waar ik om vier uur ben opgestegen. In Moskou werden we samen eerst een kwartier alleen gelaten. Daarna ontmoetten we de ambassadeur. Binnen een uur waren we op weg naar Nederland.”
Geschoren en wel arriveert de 34-jarige Erkel deze maandag in Zeeuws-Vlaanderen. Westdorpe loopt massaal uit. Bejaarden installeren zich met tuinstoelen langs de route alsof ze de Koningin verwachten. En de buren zitten op het dak. Moeizaam worstelt de open auto zich door de menigte, terwijl Erkel links en rechts bekenden begroet. Tijdens de bezoeken aan zijn ouders in Westdorpe kwam hij nogal eens in café De Graaf. Het is inmiddels afgebrand.
Muziekkorps EWB speelt ”Lang zal hij leven” als Erkel de trap van zijn ouderlijk huis beklimt. De ballonnen kiezen het luchtruim. Arjan vindt het allemaal „fantastisch”, herhaalt hij steeds weer. „Waarin een klein dorp groot is”, geeft de voorzitter van de dorpsraad zichzelf een compliment. Burgemeester Lonink heet Erkel „welkom thuis in het warmste plekje van Nederland. Gisteren, op de dag van de wederopstanding, kreeg jij je vrijheid terug. Bush en Poetin hebben je naam op hun lippen gehad. Nationaal en internationaal heeft je zaak voortdurend aandacht gekregen, en dat was te danken aan je vader. Jij bent een zoon van je vader: rustig, vasthoudend, sterk en intelligent. Er zal hoop in je hart geweest zijn, maar soms ook schrijnende wanhoop. Nu ben je vrij.”
Erkel krijgt van het gemeentebestuur een mand met streekproducten. En het pad van de nieuwbouwwijk naar de Graaf Jansdijk, waar het ouderlijk huis staat, wordt Arjan Erkelpad genoemd.
Er heerst grote stilte als de bevrijde gijzelaar zelf het woord krijgt. En het blijft even stil. „Ik ben geen spreker, en ik moet even de Nederlandse woorden zoeken.” Erkel dankt voor de ontvangst, dankt het Nederlandse volk voor al het medeleven en doet de suggestie het afgebrande café weer op te bouwen. „Oké, ik ga een biertje drinken.”