Verdachte dood Cox stelt: Dood aan verraders
LONDEN (ANP/RTR). De verdachte van de moord op het Britse Lagerhuislid Jo Cox noemt zich „Dood aan de verraders, vrijheid voor Groot-Brittannië”. Thomas Mair antwoordde althans met die woorden op de vraag van de rechter hoe hij heet. Zijn antwoord lijkt een politiek motief te verraden.
Mair verscheen zaterdag in Londen in de rechtszaal en werd officieel in staat van beschuldiging gesteld. Hem wordt onder meer moord, zware mishandeling en verboden wapenbezit ten laste gelegd.
Mair staat terecht omdat hij donderdag de 41-jarige Cox rond lunchtijd om het leven zou hebben gebracht met een mes en een vuurwapen voor de bibliotheek van het Noord-Engelse Birstall, zijn woonplaats.
De openbaar aanklager verklaarde dat Mair na zijn arrestatie tegenover de politie had gezegd dat hij een „politiek activist” was. Bij het neerschieten en neersteken van Cox zou hij volgens de aanklagers nationalistische kreten hebben geslaakt zoals „dit is voor Brittannië”, „hou Brittannië onafhankelijk” en „Britain First”. Dat laatste verwijst op een radicaalrechtse en nationalistische politieke beweging met die naam. Cox was voorstander van het in de EU blijven van Groot-Brittannië.
Tijdens huiszoeking bij Mair in Birstall zijn krantenartikelen over Cox ontdekt en materiaal over extreemrechtse en racistische groeperingen.