Mededogen met een Marokkaans meisje in Almere
ALMERE. Al jaren brengt Thessa van den Hardenberg (29) het Evangelie aan allochtone jongeren in Almere. Ze kent de mores van Marokkaanse raddraaiers. „Die jongens zijn alleen maar uit op macht.”
Voor de zoveelste keer zorgen –Marokkaanse– jongeren voor onrust. In de Kruidenwijk in Almere bekogelen ze bussen met stenen. Buschauffeurs legden deze week opnieuw het werk neer nadat een ruit van een bus was gesneuveld. Boos zijn ze ook om overvallen op bussen. Gisteravond debatteerde de raad in Almere over de problemen .
Thessa van den Hardenberg, opgegroeid in Barnveld, gaat vrijwel dagelijks om met allochtone jongeren in Almere. Namens de christelijke gemeente De Wegwijzer doet ze full time jeugdwerk in de stad. Zo runt ze bijvoorbeeld diverse clubs (zoals een kookclub). Hoofddoel is verkondiging van het Evangelie. „Vroeger wilde ik in een kindertehuis zendingswerk in Bangladesh werken. Dat kwam er niet van. Maar Almere is ook zendingsgebied. Je komt er als het ware mensen uit alle landen tegen. Van de Almeerders noemt slechts 3 procent zich christen.”
In de krant
Dat Marokkaanse jongeren weer over de schreef gaan, verbaast haar niet. „In Marokkaanse gezinnen hebben jongens veel te vertellen. Vaak worden ze pas vanaf hun twaalfde opgevoed en strak gehouden. Op straat gaat het Marokkaanse jongens echt om macht. Als een Marokkaanse jongere iets heeft misdaan, zegt-ie tegen zijn vrienden: „Kijk eens wat ik heb geflikt, ik sta in de krant.”
In de Kruidenwijk bestaat een serieus probleem, vindt Van den Hardenberg. „Ik ken jongeren die bang zijn om door die wijk te fietsen of er de bus te nemen. Ook bewoners in de wijk zelf zijn vaak bevreesd. Ze willen niet dat hun ruiten worden ingegooid en doen er het zwijgen toe. De overheid moet echt wat doen om verandering in die situatie te brengen.”
Hoe de Marokkaanse jongeren in het gareel te krijgen? „Van belang is dat begeleiding krijgen van een straathoekwerker tegen wie ze opkijken. Liefst iemand van Marokkaanse afkomst. Ik ken een Nederlandse jongerenwerker die het lukte het vertrouwen van de jongens te winnen. Hij kocht een pand en heette de jongens welkom: „Doe hier wat je wilt.” Ze mochten bijvoorbeeld blowen. Op een gegeven moment zei de man: „Ik gaf jullie een plek, nu moeten jullie wat terugdoen. Van het pand maakte hij een houtzagerij. Daar gingen de jongens aan het werk. Ten diepste zijn ook zij uit op waardering en liefde.”
Schelden en bluffen
De Almeerse PVV-fractievoorzitter Toon van Dijk stelt dat Marokkaanse jongeren stenen gooien uit haat tegen het westen. Hoe ziet Van den Hardenberg dat? „Dat zou best kunnen. Op scholen in Almere krijgen Marokkanen veel hatelijkheden te horen. Zoals: „Vuile Mocro!” Gaat het over IS, dan wordt Marokkaanse leerlingen verweten: „Jullie volk doet dit.” Het zal je maar gezegd worden. Ook het voorstel van PVV-leider Wilders om een belasting voor hoofddoekjes, de zogenaamde kopvoddentaks, in te voeren, maakt Marokkanen boos.
In een inloophuis van De Wegwijzer sprak ik een aanhankelijk Marokkaans meisje van 13 jaar. Ze heet Ikram. Ik kan niet goed namen onthouden en vroeg haar om een ezelsbruggetje. Ze zei: „Denk maar aan ”Ik ram”. Ze liet blijken dat velen Marokkanen zien als mensen die erop los rammen en agressief. En dat zat haar dwars. Ik heb haar gezegd haar als een mooi meisje te zien en dat ik tot iemands hart wil doordringen. Dat raakte haar. Ik kan me voorstellen dat Marokkaanse jongeren door alles wat er over hen wordt gezegd, in een soort vecht- en overlevingspositie komen. Ze hebben nogal temperament en beginnen al snel te schelden en te bluffen. Uiteraard wil ik niet goedpraten dat Marokkaanse jongeren overvallen plegen of mensen lastig vallen.”
Knipoog
Van den Hardenberg, voor haar onderhoud afhankelijk van sponsoren, is blij dat diverse moslims interesse hebben voor het Evangelie. „Op bijvoorbeeld de kookclub gaat de Bijbel open. Ik zie mooie dingen. Zo wil een meisje haar hart aan Jezus geven. Thuis leest ze in het geheim haar Bijbel. Ze zei me: „In de Koran wordt Jezus gezien als een groot Profeet, maar nu kom ik erachter dat Jezus de enige Profeet is die echt liefde geeft. Met dat meisje heb ik een verbondje. Als ik haar op straat zie lopen geven we elkaar een knipoog. Zo van: Het zit helemaal goed.”
In buurthuizen en op een viertal scholen (waaronder twee openbare scholen) geeft ze lessen over normen en waarden. „Ik praat met jongeren over zaken als geld en drugs. Hoe sta je in het leven? Op een openbare school mag ik uit mezelf niet met de Bijbel aankomen. Wel mag ik reageren op vragen van leerlingen over het christelijk geloof. Soms vertel ik op zo’n school Bijbelverhalen zonder erbij te zeggen dat de geschiedenis uit de Bijbel komt. Zo vertelde ik tijdens een les over rechtvaardigheid over koning Salomo die recht moest spreken toen twee vrouwen streden om een kind. De scholieren vonden het prachtig dat Salomo het kind uiteindelijk gaf aan de vrouw die zich verzette tegen het doormidden snijden van de baby. Een leerling zei: Kunt u nog meer van die mooie verhalen vertellen?”