Cogem: Politiek moet heldere keuzes maken rondom biotechnologie
DEN HAAG. Biotechnologische innovaties volgen elkaar sneller op dan ooit. De politiek moet „heldere keuzes” maken over de wenselijkheid, de ethische toelaatbaarheid en de mogelijke toepassing ervan. Anders bepalen de internationale ontwikkelingen welke kant het op gaat.
Het vaststellen van ethische kaders voor en grenzen aan biotechnologische ontwikkelingen is in de eerste plaats een politieke zaak, schrijven de Commissie Genetische Modificatie (Cogem) en de Gezondheidsraad in de ”Trendanalyse biotechnologie 2016” die ze dinsdag aan staatssecretaris Dijksma (Milieu) aanboden.
Ze wijzen Dijksma erop dat biotechnologie steeds gewoner wordt en steeds vaker wordt toegepast. De toegenomen technische mogelijkheden roepen echter vragen en dilemma’s op: Mag alles wat kan? Is iedere innovatie wenselijk? Zijn nieuwe technieken ethisch toelaatbaar? Wegen de maatschappelijke kosten op tegen de voordelen?
Daarbij komt dat de ontwikkelingen zó snel gaan dat bestaande wet- en regelgeving niet meer toereikend is. Zo maakt de EU bijvoorbeeld onderscheid tussen genetische modificatie en niet-genetische modificatie. Het wetenschappelijk onderscheid tussen die twee categorieën vervaagt echter meer en meer.
Dit alles „vraagt om een actieve discussie”, stellen Cogem en de Gezondheidsraad. Politici moeten daarom nadenken over welke koers ze willen varen en welk beleid ze willen uitzetten om enerzijds de veiligheid van biotechnologische toepassingen te waarborgen en anderzijds de kansen te kunnen benutten.
In hun analyse brengen Cogem en de Gezondheidsraad acht trends in beeld om te laten zien wat er gaande is op het gebied van biotechnologie. Ze schrijven onder meer over CRISPR-Cas9, een techniek om zeer gericht, eenvoudig en goedkoop genen van micro-organismen, dieren, planten en mensen aan te passen.
Daarnaast benoemen ze ”personalised medicine”: behandelingen die zijn afgestemd op de (genetische) opmaak, leefstijl en omgeving van een individuele patiënt of een specifieke groep patiënten.
Verder wijzen ze op genetisch gemodificeerde insecten waarmee infectieziekten zoals zika en knokkelkoorts kunnen worden teruggedrongen en op het 3D-printen van lichaamsdelen.