Krijgsmacht krijgt legerpredikanten van Protestantse Theologische Universiteit (PThU)
GRONINGEN. Een legerpredikant opereert vanuit de kerk op de frontlinie van de geseculariseerde samenleving. „Boeiend, maar ingewikkeld werk.” Een nieuwe opleiding geestelijke verzorging wapent toekomstige pastors in de strijd.
De krijgsmacht kent al meer dan 100 jaar een speciale dienst geestelijke verzorging (gv). Dagelijks zetten pakweg 130 pastors –rooms-katholiek, protestant, humanist, joods, islamitisch of hindoestaans– zich in voor militairen. Op de kazerne, maar ook op missie. Wereldwijd. Soms onder de moeilijkste omstandigheden. Ongeveer een derde (40-45) van alle gv’ers is protestant.
De Protestantse Theologische Universiteit (PThU) in Groningen biedt studenten theologie vanaf augustus een nieuwe opleiding tot geestelijk verzorger in de krijgsmacht. De PThU en de Protestantse Geestelijk Verzorging (PGV) in de krijgsmacht slaan hierbij de handen ineen. Op 22 juni ondertekenen ze een convenant. „Een belangrijk initiatief”, zegt PThU-docent praktische theologie dr. Theo Pleizier (40).
Waarom een speciale opleiding tot legerpredikant?
„De Protestantse Geestelijke Verzorging werkt al geruime tijd samen met academische instellingen. Voor de opleiding tot legerpredikant hebben de PGV en de PThU elkaar gevonden. Verder willen we kennis bundelen en gerichter te werk gaan.”
Hoe ziet de samenwerking eruit?
„De samenwerking kent twee poten: een opleiding tot geestelijk verzorger binnen de krijgsmacht én kennisontwikkeling. Er is veel geschreven over militairen, over militairen op missie en over de rol van gv’ers in de krijgsmacht. We willen kennis en onderzoek bundelen. Daarin zoeken we samenwerking met andere wetenschappers, bijvoorbeeld met mensen uit de rooms-katholieke traditie.”
Waar bestaat zo’n opleiding uit?
„De opleiding maakt deel uit van de driejarige master voor predikant. Alle studenten krijgen theologische basisvakken, waaronder Bijbelvakken, predikkunde en pastoraat. Vervolgens kunnen ze kiezen voor de specialisatie gv’er binnen de krijgsmacht. Net zoals we de specialisatie gv’er binnen ziekenhuizen en zorginstellingen kennen. Het is niet een compleet nieuwe opleiding, we voegen een extra specialisatie toe, met een uitgang naar de krijgsmacht.
De taak van de Nederlandse krijgsmacht is verschoven van landsverdediging naar vredesmissies, van een leger met dienstplichtigen naar een beroepsleger. Een gv’er hoort daar helemaal bij.”
Legerpredikanten gaan mee op missie. Leert u studenten ook militaire basisvaardigheden? Aanvalstactieken, wapeninzet?
„Nee, geen patrouilles, tactieken en wapengebruik. Dat doet de krijgsmacht. De PThU biedt academische opleidingen. Studenten gaan tijdens de driejarige opleiding anderhalf jaar op stage bij een eenheid. Daar kunnen ze eventueel praktische kennis opdoen over tactieken, voertuigen en wapens. Legerpredikanten dragen wel een uniform, maar geen wapen. Een gv’er moet zich ongewapend, kwetsbaar opstellen in een werkveld van geweld.”
Biedt de opleiding daarmee alleen theorie?
„We gebruiken in de opleiding veel casuïstiek, we nodigen ook krijgsmachtspredikanten uit om college te geven. Zij leveren dilemma’s aan uit de praktijk. Ethische thema’s, over de rechtvaardige oorlog, over schuld en onmacht bijvoorbeeld tijdens een vredesmissie met een beperkt mandaat, waarin militairen meer willen dan ze mogen. Juist in dergelijke situaties kan een gv’er een belangrijke taak vervullen.”
Is er belangstelling voor zo’n gv-opleiding?
„Vanuit Defensie en onder studenten bestaat er belangstelling. Defensie hecht, ondanks alle bezuinigingen op de krijgsmacht, sterk aan de geestelijke verzorging. Uit gesprekken met studenten proef ik eveneens interesse.”
Hoeveel studenten kunt u kwijt?
„We moeten realistisch zijn. Het gaat niet om grote aantallen, het werkveld is beperkt. Defensie kent pakweg 45 protestantse gv’ers, met een gemiddelde leeftijd van ongeveer 40 jaar. Zij gaan tussen hun 55e en 60e met functioneel leeftijdsontslag. Over tien tot vijftien jaar moet er dus een nieuwe lichting aantreden.”
Aan welke eisen moeten studenten voldoen?
„De toelatingseisen zijn hetzelfde als voor de gewone opleiding tot predikant. De krijgsmacht stelt bij sollicitaties wel psychische, medische en sportieve eisen, en een veiligheidsonderzoek maakt deel uit van de toelatingsprocedure.”
PThU-studenten hebben toch doorgaans geen strafblad?
„Dat lijkt me een mooie aanname. Hoewel, het ligt eraan hoe je schuld en straf definieert. In theologische zin hebben we toch allemaal een strafblad? We leven in een onvolmaakte wereld.”
Welke inhoudelijke boodschap krijgen nieuwe legerpredikanten mee?
„Wij leiden op voor de brede kerk én voor de brede samenleving. Niet voor de eigen gemeente of voor de eigen ligging van de gemeente. Studenten moeten in gesprekken over geloof en zingeving kunnen aansluiten bij de belevingswereld van mensen van allerlei pluimage. Binnen én buiten de kerk.
De inhoudelijk boodschap is niet anders dan voor de andere theologiestudenten. Het christelijke geloof wil antwoord geven op vragen als: Waar is God? Wat is de weg van God? Wat is de plaats van Gods Koninkrijk in deze wereld?”
Wat is een goede legerpredikant?
„De taak van een gv’er bestaat uit drie v’s: verzorgen, vieren, vormen. Pastorale zorg bieden, voorgaan in diensten en vormingswerk. Een goede gv’er dient vanuit zijn eigen geloof, vanuit zijn eigen traditie, in het pastorale gesprek de gehele kerk en de gehele samenleving.
Pastoraat is hierin niet alleen probleemgericht, maar bestaat ook uit het met de ander optrekken. Een gv’er is er voor iedereen, voor iedere militair. Dat is boeiend, maar ook ingewikkeld. Een krijgsmachtspredikant staat daarbij midden in de geseculariseerde samenleving. Veel militairen hebben geen enkele binding meer met kerk of religie. Ideeën over God zijn daardoor heel divers en niet direct verbonden met een christelijke levensbeschouwing. Een gv’er moet daarom vaak basaal beginnen. Echt bij de basics van kerk-zijn.”
De krijgsmacht is één groot zendingsveld?
„De krijgsmacht is geen zendingsveld waar een legerpredikant zich even kan uitleven in zijn missionaire opdracht. De taak van een gv’er is niet om zo veel mogelijk zieltjes te winnen of te overtuigen van het christelijk geloof. Een gv’er moet militairen een vertrouwde plek bieden, zonder verborgen agenda.”
Is het niet ook zijn taak het Evangelie uit te dragen?
„Een krijgsmachtspredikant wordt vanuit de kerk gezonden in de wereld. Dat is voluit zending, missie. Het gezonden zijn vanuit het Evangelie is de basis voor onze gehele opleiding. In onverwachte, ongedwongen ontmoetingen met militairen kan een geestelijk verzorger soms iets delen van zijn geloof. Een legerpredikant zoekt het contact met de ander, als mens onder de mensen, zonder pasklare antwoorden, maar vanuit het volgen en dienen van Christus.”