Bezuinigingskoorts justitie dankzij meevaller van 1,2 miljard uitgewoed
DEN HAAG. In de aanloop naar Prinsjesdag heeft het kabinet een meevaller van 1,2 miljard. Drie vragen.
Hoezo een meevaller? Eerder dit jaar was het toch somberheid troef?
Klopt, in februari somberde minister Dijsselbloem (Financiën) nog over de gevolgen van de kelderende gasprijs en het verminderen van de gaswinning in de provincie Groningen. Door de aantrekkende economie kan het kabinet echter veel meer belastinginkomsten uit loon- en inkomensheffingen inboeken dan gedacht. Door de lage rentestand zijn ministeries bovendien minder geld kwijt aan de kapitaallastenvergoeding van collectief vastgoed. Onder meer het ministerie van VWS spint daar garen bij.
Bij de presentatie van de voorjaarsnota, zeg maar de bijgewerkte Miljoenennota van de laatste Prinsjesdag, deed het kabinet eind mei nog wat zuinigjes. Gisteren mochten de voorlichters van VVD en PvdA de wandelgangen in met een concreet bedrag; er is een meevaller van 1,2 miljard.
Hoe gaat dat geld worden verdeeld?
Staatssecretaris Van Rijn (PvdA, Volksgezondheid) mag een derde van de meevaller gebruiken. Hij hoeft mede daardoor geen uitvoering te geven aan een in het coalitieakkoord van 2012 gemaakte afspraak om vanaf 2017 jaarlijks 500 miljoen te bezuinigingen op de instellingsgebonden ouderen- en gehandicaptenzorg. De PvdA heeft verder bedongen dat er in 2017 200 miljoen beschikbaar komt voor extra onderwijs aan kinderen op zwarte scholen en in azc’s.
De prioriteiten van de VVD lagen bij Veiligheid en Justitie en Defensie. Deze krijgen er elk 300 miljoen euro bij. Eerder aangekondigde bezuinigingsmaatregelen bij Veiligheid en Justitie worden verzacht of zijn van de baan. Broodnodige, uitgestelde uitgaven kunnen alsnog worden gerealiseerd. Voor Defensie betekent dat concreet dat materieeltekorten kunnen worden weggewerkt en dat gevechtsvliegers weer voldoende trainingsuren krijgen aangeboden.
Bij wie is de opluchting over de meevaller het grootst?
Ongetwijfeld bij justitieminister Van der Steur. Zijn begroting voor dit jaar werd in december min of meer ‘voorwaardelijk’ goedgekeurd door de Tweede en de Eerste Kamer. Dat wil zeggen: zij gingen akkoord, maar eisten tegelijkertijd dat Van der Steur dit voorjaar fors extra geld zou uittrekken voor de politie, het openbaar ministerie en de rechtspraak. Bij de voorjaarsnota stond de minister echter nog met lege handen. Hij had alleen 49 miljoen euro extra voor de politie, bedoeld voor het mede in goede banen leiden van de asielinstroom.
Oppositiepartijen die goed in de boeken keken, zagen dat Van der Steur vanwege eerdere coalitieafspraken nog zo’n 60 miljoen moest korten op het budget van het OM. De rechterlijke macht zou te maken krijgen met kortingen oplopend tot zo’n 92 miljoen euro in 2018. Dankzij de zak met geld waarover hij nu beschikt kan daar vermoedelijk een dikke streep door. Het risico dat Van der Steur morgen, in een Kamerdebat over de veiligheidsketen, opnieuw zou dienen als speelbal en schietschijf voor de oppositie is daarmee afgewend.
Ook staatssecretaris Van Rijn was blij toen hij gisteren kon verzuchten: „We zijn klaar met bezuinigen.”