Dr. Plaisier bij afscheid: Redenen van hart niet frustreren (fotoserie)
UTRECHT. Dat het verstand voor de wetenschap is en het hart voor het geloof, dat is de centrale mythe van onze maatschappij.
Dat punt maakte dr. G. Labooy –predikant van hervormde gemeente De Hoeksteen in IJsselmuiden– vrijdagmiddag tijdens het symposium bij het afscheid van dr. A. J. Plaisier als scriba van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). De bijeenkomst had als thema ”Het hart heeft redenen die het verstand niet kent”, een citaat van Blaise Pascal. Plaisier promoveerde in 1996 op de mensvisie van Pascal en Nietzsche.
Dr. Labooy stelde dat in de moderne maatschappij het ongeloof zichzelf presenteert als „intellectueel superieur. Maar dat is vaak gebaseerd op totale onkunde, op slogans en atheïstische propaganda. Op gebrek aan kennis.”
Bij Pascal vindt er geen boedelscheiding plaats tussen geloof en rede, vervolgde dr. Labooy. „De kennis van het hart is de kennis van de eerste beginselen, waaronder bijvoorbeeld ook de kennis van de getallen valt.”
Ook kerkhistoricus prof. dr. P. van Geest sprak tijdens het symposium. Zijn bijdrage droeg de titel: ”De liefde als kenweg en het hart als kenorgaan. Augustinus grondig herlezen”. De hoogleraar sprak vooral over de liefde. Of –in de woorden van Augustinus– over ”amari et amare”: liefgehad worden en liefhebben. Liefde is bij Augustinus een gelaagd begrip, aldus Van Geest. „In haar hoogste vorm is de liefde God zelf. Maar zij is bijvoorbeeld ook een menselijke kracht die Augustinus bewust als haast onscheidbaar van de liefde als genadegave omschrijft.”
Dr. Plaisier was de derde spreker van de middag. „In de theologie gaat het erom de redenen van het hart niet te frustreren”, zei hij. „Er wordt soms een beeld geschetst als zou de kerk gefixeerd zijn op dogma’s. Als zou het om rigide verstandelijke operaties gaan of om machtsdenken: dit is de waarheid, slikken of stikken. Opruimen die dogma’s, want die sluiten het christelijk geloof op in een al te enge kooi.”