Laat haalbaarheidscriterium in christelijke politiek niet leidend zijn
Nu de gemeenten daarover mogen beslissen, is de zondagsopenstelling van winkels een zichzelf versterkend proces geworden. Het feit dat in aangrenzende gemeenten op zondag de winkels open zijn, geeft de voorstanders daarvan een extra argument in handen. De druk op de christelijke partijen neemt toe.
In gemeenten die vanouds een orthodox-protestantse signatuur hadden, staan gemeentebesturen onder druk om (meer) zondagsopenstelling toe te staan. Voor partijen als de SGP of de ChristenUnie is dit een gevoelig thema. Het speelt niet alleen bij de onderhandelingen over het collegeprogram, maar ook wanneer zich in de loop van de zittingsperiode op dit gebied nieuwe ontwikkelingen voordoen.
Recent ging de ChristenUnie in Zwolle akkoord met een verruiming van de winkelopenstelling op zondag. Twee jaar geleden stemde de SGP in Bodegraven daarmee in bij de vorming van het college. Begrijpelijk dat dat allerlei vragen opriep.
Wat bepaalt hier de opstelling? De getalsverhoudingen in de gemeenteraad zijn niet onbelangrijk. In Staphorst ligt het voor de tegenstanders makkelijker dan in Zwolle. Daarnaast zijn van betekenis de visie op de zondag en de manier waarop men zich in de gemeentepolitiek en in de samenleving in het algemeen wil opstellen.
Schaepman
Dat rooms-katholieken (ook kerkelijk meelevende rooms-katholieken) vanouds makkelijker denken over de zondagsheiliging dan orthodoxe protestanten is bekend. Weliswaar pleitte Schaepman, toen hij in 1883 met zijn ”Proeve van een program” de grondslag legde voor zijn katholieke partij, daarin voor handhaving van de zondagsrust. Volgens de rooms-katholieke historicus Rogier hadden de Hollandse rooms-katholieken op dit punt de invloed van de calvinisten ondergaan. Toch kon men het in de jaren voor de Tweede Wereldoorlog binnen de christelijke coalitie niet eens worden over een aanscherping van de toenmalige Zondagswet.
In het huidige CDA geldt dat de rooms-katholieke achterban niet zo veel moeite heeft met de koopzondagen. Maar ook in het protestantse deel zijn de trouwe kerkgangers tegenwoordig schaars vertegenwoordigd. Veel hedendaagse protestanten tillen niet meer zo zwaar aan de zondagsheiliging.
In de kleine christelijke partijen ligt dat duidelijk anders. Toch komt de ruime opstelling van de ChristenUnie in Zwolle ook weer niet uit de lucht vallen. Die partij staat inmiddels open voor rooms-katholieken. Een strikte opstelling ten aanzien van de zondag moet je van hen niet verwachten. Tot dusver is het aantal rooms-katholieken binnen de ChristenUnie heel beperkt. De evangelischen vormen een veel groter segment van de partij. De traditionele zondagsheiliging, waarbij men tweemaal naar de kerk gaat, is aan hen niet besteed.
Tweede kerkdienst
Belangrijker echter zijn de verschuivingen in de gereformeerde achterban van de partij. Daar staat bij verschillende kerkverbanden de tweede kerkdienst op zondag duidelijk onder druk. Steeds vaker wordt die afgeschaft bij gebrek aan belangstelling. Recent in de vrijgemaakte kerk van Den Haag/Scheveningen. Van de 300 leden kwamen er nog maar 20 naar de tweede dienst!
Dat wijst op een andere besteding van de zondag en andere opvattingen over de zondagsrust dan voorheen. Wie op zondag slechts één kerkdienst bijwoont (of die soms ook overslaat) gaat de rest van die dag automatisch ruimer invullen dan vorige generaties gewoon waren om te doen.
De notie van een afgezonderde dag, in het bijzonder gewijd aan God en Zijn dienst, gaat onvermijdelijk vervagen. Dat laat zich niet compenseren met beschouwingen over het sociale belang van een wekelijkse vaste rustdag voor iedereen. Zulke verschuivingen hebben duidelijk ook gevolgen voor de politieke opstelling als het gaat om zondagsopenstelling van winkels en allerlei evenementen op zondag.
Coöperatief
Daar komt bij de wijze waarop men zich in de samenleving wil opstellen. Is die vooral coöperatief of veeleer antithetisch? De fractievoorzitter van de ChristenUnie in Zwolle beklemtoonde dat zij een samenleving wil waarin men de ander serieus neemt en rekening houdt met elkaars wensen.
Vandaar dat wethouders en fractie meegingen met het voorstel om (ondanks hetgeen in het coalitieakkoord was afgesproken) het aantal koopzondagen uit te breiden. Op die manier blijft er, volgens de Zwolse ChristenUnie, respect bestaan voor inwoners die hechten aan de zondagsrust.
Nu zijn dat ongetwijfeld relevante gezichtspunten. In een pluriforme samenleving moeten we elkaar niet nodeloos dwarszitten. En als er in de brede samenleving voor de eigen bevolkingsgroep een zeker respect bestaat, is dat positief. Wellicht kan men dat respect in een andere situatie verzilveren.
Maar is rekening houden met elkaars wensen voor een christelijke partij nu het belangrijkste gezichtspunt? Zou dat niet moeten zijn het rekening houden met Gods gebod? Als dat scheiding brengt, dan is het helaas niet anders. Dan manifesteert zich de antithese tussen hen voor wie Gods gebod fundamentele betekenis heeft en degenen voor wie dat helaas niet het geval is.
In dit geval gaat het om Gods gebod om op zondag het werk te laten rusten en die dag te heiligen. Is het besef nog aanwezig dat zondagsontheiliging zonde is en dat Gods toorn wordt verwekt over een gemeentebestuur dat dat toelaat? Of is dat een vreemde taal geworden?
In de achterban van de ChristenUnie (en in dit verband kun je ook de EO noemen) overheerst tegenwoordig in hoge mate de gedachte dat christenen vooral hun best moeten doen om door anderen gewaardeerd en geaccepteerd te worden. Stevige standpunten over de zondag of homoseksualiteit, die veel weerstand zullen oproepen, passen daar niet bij.
In het zoeken naar een goede samenleving moesten serieuze partijen elkaar ook een beetje vasthouden, aldus de directeur van het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie. Gemakkelijk leidt dat ertoe dat het compromis als het eigen standpunt wordt gepresenteerd. Vanouds werd dat het CDA verweten.
De toelating van de vrouw in het ambt is destijds in de Nederlands Gereformeerde Kerken verdedigd met het argument dat wanneer men dat nog langer zou tegenhouden, men daarmee schade zou doen aan de doorwerking van het Evangelie in de moderne maatschappij. Een dergelijke discriminatie van de vrouw zou het Evangelie in de huidige tijd ongeloofwaardig maken.
Op die manier krijgen we in de kerk en in de christelijke politiek steeds meer een aangepaste boodschap. Zodanig aangepast, dat je er in de moderne tijd mee voor de dag kunt komen. Een aantrekkelijke, vriendelijke, sympathieke godsdienst. Een evangelie naar de mens.
Achterhoedegevecht
Maar is de strijd om de publieke zondagsrust toch al niet een verloren zaak? Steeds minder mensen gaan naar de kerk. Veel christenen willen van de zondagsrust geen breekpunt maken. Bovendien hebben we hier steeds meer moslims, die ook van huis uit niets met de zondag hebben. Kunnen christenpolitici zich niet beter richten op zaken waarbij ze meer kans op succes maken?
Uiteraard is het gewenst die zaken niet te laten liggen. Als je de indruk hebt dat er een parlementaire meerderheid te vinden is voor een aanscherping van de prostitutiewetgeving, dan moet je daar op inspringen. Zo is inmiddels een initiatiefvoorstel van ChristenUniefractievoorzitter Segers met die strekking, door de Tweede Kamer aangenomen.
Maar het principiële belang van zaken valt niet samen met de haalbaarheid daarvan in de huidige politieke constellatie. Zaken die op weinig steun kunnen rekenen, kunnen voor ons toch van grote principiële betekenis zijn. Omdat het, Bijbels gezien, om wezenlijke zaken gaat. Het is verkeerd om je politieke agenda in hoge mate te laten bepalen door het haalbaarheidscriterium.