Coalitie Woerden wijst actie voor meer koopzondagen af
WOERDEN. Het coalitieakkoord uit 2014 is helder: tijdens deze zittingsperiode van de gemeenteraad wordt het aantal koopzondagen niet uitgebreid.
Dat stelt CU/SGP-fractieleider S. C. Brouwer in reactie op een actie van een aantal winkeliers in de stad die willen dat de zondagsopenstelling wordt vrijgegeven. Zondag hebben ze posters opgehangen waarop ze de coalitiepartijen D66, VVD, Sterk Woerden en Progressief Woerden op de korrel nemen. Die vormen samen met ChristenUnie/SGP het college. „U winkelt op zondag, wij mogen niet open. Onacceptabel!”, staat op de posters.
De ondernemers zeggen met meer „ludieke acties” te zullen komen. „De politiek gaat over meer koopzondagen, maar we hopen de publieke opinie aan onze kant te krijgen”, verklaarde Fred Nitschke van tuincentrum De Bosrand woensdag in het AD.
„Voor ons is het simpel: we hebben een coalitieakkoord voor vier jaar en daar houden we ons aan”, reageert Brouwer. „Het is een compromis waarin de vijf coalitiepartijen zich konden vinden. Ons ideaal is dat de winkels ’s zondags zijn gesloten. Anderen zouden een groter aantal koopzondagen toejuichen. We hebben elkaar gevonden in het maximaal haalbare: handhaving van de status quo uit 2014, acht koopzondagen per jaar. Op grond daarvan waren we bereid om aan de coalitie deel te nemen.”
Nitschke zegt wethouder T. H. D. de Weger (CU/SGP) wel eens te hebben gesproken. „De Weger denkt dat als mensen op zondag niet bij ons terecht kunnen, ze wel op maandag komen. Dat is natuurlijk niet zo, want op nog geen halfuur rijden van ons zijn acht tuincentra die wel op zondag open zijn.”
„Laat de winkeliers creatief zijn”, reageert CU/SGP-fractieleider Brouwer. „Als tuincentra bijvoorbeeld een van de acht koopzondagen willen plannen omdat er mooi weer wordt verwacht, laat ze met zo’n voorstel bij het college komen.”
De zondagssluiting is volgens de actievoerders niet meer van deze tijd. „Je moet open zijn als de klant dat vraagt”, zegt Nitschke. „Het liefst willen we alle zondagen open. Als compromis zouden twaalf tot vijftien zondagen, zoals in veel andere gemeenten, voorlopig ook acceptabel zijn.” Volgens hem kost de huidige regeling de winkeliers omzet „en uiteindelijk verlies aan arbeidsplaatsen.”
„De discussie over zondagsopenstelling wordt vaak niet op grond van feiten, maar op basis van gevoelens en een schreeuw om aandacht gevoerd”, stelt Brouwer echter. „Er zijn recente onderzoeken waaruit blijkt dat winkels die nu nog op zondag opengaan, daar helemaal niet extra aan verdienen. Bij omzetdaling van winkels die op zondag dicht zijn, blijken er soms heel andere oorzaken voor die daling zijn. We horen ook van winkels die zich afvragen waarom ze ’s zondags eigenlijk open zijn: er komt geen hond. Als gemeenten worstelen we ermee dat de landelijke overheid er niet uitkwam en daarom het probleem bij ons neerlegde. Naast religieuze hebben we ook zakelijke en praktische redenen waarom we de koopzondag afwijzen.”
D66-fractieleider H. J. Hoogeveen erkent dat de politiek moet nadenken over ontwikkelingen in de samenleving. Het eenzijdig openbreken van het coalitieakkoord is echter niet aan de orde. „Afspraak is afspraak.” Ook wethouder De Weger wijst op het in het coalitieakkoord afgesproken beleid.
Het is de CU/SGP-fractie niet helder hoe groot de groep achter de posteractie is, zegt Brouwer. Eind vorig jaar vroeg het AD 52 kleine winkeliers in Woerden of ze behoefte hebben aan extra koopzondagen. Ruim 80 procent van de ondervraagden gaf aan dat ze op zondag liever vrij zijn.
Aanleiding voor de enquête vormde het verzoek van winkeliersvereniging Stadshart Woerden aan het college om vijf extra koopzondagen. De meestgenoemde reden waarom winkeliers geen extra koopzondagen willen, is de angst voor een zevendaagse werkweek. Sommigen noemen het geloof als specifieke reden, anderen zeggen die dag tijd te willen hebben voor hun gezin.
In november 2014 stemde de gemeenteraad van Woerden een motie weg die pleitte voor volledige zondagsopenstelling van winkels in de gemeente. De coalitiepartijen wilde toen niet afwijken van het coalitieakkoord, waarin staat dat de „status quo met betrekking tot de zondagsopenstelling ongewijzigd blijft.”