Het ging om een van de grootste anti-Trumpbetogingen in de Amerikaanse voorverkiezingen. Zo’n duizend demonstranten protesteerden met vlaggen en leuzen tegen Trumps uitspraken over illegale immigratie, waaronder zijn plan een muur aan de grens met Mexico te bouwen om de illegale immigratie vanuit dat land te stoppen.

Bij het verschijnen van Trump volgden er opstootjes tussen aanhangers en tegenstanders, waarna de politie de menigte het bevel gaf zich te verspreiden. De politie dreef de demonstranten uiteindelijk weg van het congrescentrum. Daarbij werd onder andere pepperspray gebruikt. Trump dankte de politie later via Twitter voor de inzet, hij noemde de demonstranten „criminelen”.

Dinsdag liep een campagnebijeenkomst van Trump in de staat New Mexico ook al uit op geweld toen betogers agenten bekogelden met stenen en flessen.