Algemene Rekenkamer: Vast defensiebudget niet nodig
DEN HAAG. De Algemene Rekenkamer staat niet te juichen bij het idee om het budget van het ministerie van Defensie voor een aantal jaren vast te leggen. Volgens president A. Visser heeft de Kamer al voldoende middelen tot haar beschikking om tot meer stabiliteit in de Defensiebegroting te komen.
De Tweede Kamer sprak woensdag met deskundigen over het idee om de begroting voor een langere periode vast te leggen. Dat moet leiden tot meer continuïteit en zekerheid bij Defensie. De Kamer vindt dat het voor het waarborgen van de veiligheid belangrijk is om op Europese schaal samen te werken op het gebied van defensie. Als betrouwbare samenwerkingspartner moet Nederland dan bereid zijn afspraken voor de lange termijn te maken. In Zweden en Denemarken wordt het militaire budget al langjarig vastgelegd.
„Ik vraag me sterk af of dit het instrumentarium is dat u nodig heeft”, zei Visser. Volgens hem moeten de Kamerleden de middelen die ze beschikbaar hebben beter gaan gebruiken.
Deskundigen van de ministeries van Financiën en Defensie legden uit dat er diverse mogelijkheden zijn voor de Kamer om meerjarige afspraken te maken over het defensiebudget. Daar zitten voor- en nadelen aan, schetsten ze. Weliswaar weet de krijgsmacht dan voor een aantal jaar waar hij aan toe is, maar over hoe het na afloop van de afspraken verder gaat, bestaat geen enkele zekerheid. Dan kan er zomaar weer worden gekort op het leger.
M. Drent van Clingendael snapt goed waarom de Kamer speciale afspraken wil maken over de Defensiebegroting. „Gezien de dreigingen wereldwijd is het bijna onverantwoord om níet met een bijzondere blijk naar dit ministerie te kijken.”
Haar collega D. Zandee van Clingendael noemde het „niet wenselijk” om het ambitieniveau voor de krijgsmacht te verlagen, „gezien de internationale veiligheidssituatie en gelet op afspraken die zijn gemaakt in NAVO- en EU-verband.” Hij bespeurt bij veel landen overigens maar weinig animo om vergaand samen te werken op defensiegebied.