De gedoodverfde presidentskandidaat van de Amerikaanse Democratische Partij had „ten minste alle e-mails over departementale aangelegenheden moeten overdragen voor ze de overheidsdienst verliet, en omdat ze dat niet heeft gedaan heeft ze zich niet aan de regels op het departement gehouden”, stelt de inspecteur-generaal. Clinton was volgens het rapport echter bepaald de enige niet die onzorgvuldig was: ook enkele van haar voorgangers en andere medewerkers op het departement lichtten de hand met de regels.

Clintons woordvoerder herhaalde woensdag dat regeringsfunctionarissen wisten dat zij zich van haar persoonlijke e-mailserver bediende. Hij wees erop dat Clintons opvolger de eerste was die een e-mailadres van het departement gebruikte. In het onderzoeksrapport zou bovendien zijn vastgesteld dat geen enkele onbevoegde zich toegang heeft weten te verschaffen tot de persoonlijke server van Clinton.

De inspecteur heeft zijn rapport, waaraan Clinton noch haar medewerkers wilden meewerken, aan Congresleden verstrekt. Donderdag wilde hij het openbaar maken, maar Politico wist er al eerder de hand op te leggen.

Het inspectierapport was nog maar een van de kopzorgen voor Clinton in de affaire. Ook de FBI heeft een onderzoek ingesteld. Er lopen bovendien enkele rechtszaken onder de Amerikaanse wet openbaarheid van bestuur.

Het e-mailverkeer van Amerikaanse bewindslieden moet beschikbaar blijven voor eventueel parlementair toezicht. Clinton bediende zich van een privéserver en zou zich zo daaraan hebben onttrokken.