Koning: Europese Unie is van ons allemaal
Koning Willem-Alexander heeft woensdagmiddag in navolging van zijn moeder Beatrix het Europees Parlement toegesproken. Aanleiding was het Nederlands voorzitterschap dit half jaar van de Raad van de Europese Unie.
In zijn toespraak benadrukte de koning het belang van het versterken van de ‘draagconstructie’ van de Unie. “Al zestig jaar is de Europese samenwerking een brug die we bouwen naar de toekomst. Aanvankelijk was die brug smal, maar in de loop der jaren werd de basis breder, het eisenpakket groter en reikten de ambities verder. Of de constructie ons kan blijven dragen, is aan ons. Alles hangt af van de mate waarin wij erin slagen de verbindingen sterk en het bouwwerk stabiel te houden."
Willem-Alexander noemde het een bijzondere ervaring om in het parlement te zijn, vlakbij de plek waar twee maanden geleden terroristische aanslagen plaatsvonden. “Wij denken aan hun nabestaanden die voor het leven getekend zijn door pijn en verdriet en aan degenen die gewond zijn geraakt en werken aan hun herstel, zo goed als mogelijk", zo zei hij.
De koning stipte vervolgens de verschillende problemen aan waarmee de lidstaten van de EU kampen en die ook op het bordje terechtkomen van het parlement. “Alles wat de Europese kiezers beweegt, komt hier samen en mag hier gezegd en gehoord worden", aldus Willem-Alexander. Hij sprak over de vluchtelingencrisis waardoor ‘de sociale spankracht van de lidstaten en de solidariteit binnen de Unie op de proef wordt gesteld’.
Willem-Alexander vroeg aandacht voor degenen die zich bedreigd voelen door het Europese project, die geen kansen zien maar concurrentie en gevaar. “De Europese Unie mag geen eliteproject zijn; alle burgers van de lidstaten moeten zich in de Unie thuis kunnen voelen. De Europese Unie is immers van ons allemaal.”