Kerk & religie

Bevindelijke kennis

Johannes 16:15

John Owen
24 May 2016 07:45Gewijzigd op 16 November 2020 03:43

„Al wat de Vader heeft is Mijne; daarom heb Ik gezegd dat Hij het uit het Mijne zal nemen en u verkondigen.”

Het Evangelie onderwijst ons de weg in de wijze van de gemeenschap die wij hebben met God. Want hierin bestaat het leven, de kracht en de vrijheid van onze Evangeliestaat.

De bevindelijke kennis hiervan geeft ons onze overzetting uit de duisternis in Gods wonderbaar licht. De Persoon van de Vader in Zijn wijsheid, wil en liefde, is de Oorsprong van alle genade en heerlijkheid.

Maar niets hiervan wordt ons onmiddellijk meegedeeld van Hem. De Zoon heeft Hij lief, en alles in handen gegeven. Die heeft de weg gebaand tot mededeling van deze dingen aan ons, tot Gods heerlijkheid. Hij doet het onmiddellijk door de Geest, zoals uitgelegd is.

Hiernaar moet al onze kennis naar God toe geregeld worden. De Vader, de Oorsprong van alle genade en heerlijkheid, beogen wij tot het uiterste in ons geloof, in onze dankbaarheid en gehoorzaamheid. Ook merken wij op dat de Zoon en de Heilige Geest, als één God met de Vader zijn. Maar wij kunnen tot Hem niet naderen –noch met Eén van Hen– onmiddellijk. Niemand komt tot de Vader, zegt Christus, dan door Mij (Johannes 14:6). Door Hem geloven wij in God (1 Petrus 1:21). Wij kunnen evenwel dit niet doen, als we daartoe niet bekwaam gemaakt worden door de Geest, de Auteur van geloof, gebed, lof, gehoorzaamheid in ons, en alles waardoor onze ziel tot God nadert.

John Owen,
predikant te Fordham

(”Een verhandeling aangaande de Heilige Geest”, 1746)

Meer over
Meditatie

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer