Dat advies gaf CU-Kamerlid Voordewind het kabinet woensdagmiddag tijdens het door hem aangevraagde debat over de arrestatie op 23 april van de Turks-Nederlandse columniste Ebru Umar. Zij werd kortstondig in Turkije vastgehouden na het versturen van kritische tweets over Erdogan. Ze is inmiddels weer in Nederland.

De kwestie „laat scherp zien dat Turkije totaal andere waarden hooghoudt dan Nederland en Europa”, aldus Voordewind. Hij kreeg bijval van SGP-leider Van der Staaij. De zaak-Umar „toont aan hoe zeer Turkije vreemd is aan Europese waarden”, stelde de SGP’er. Hij vindt het daarom „in alle opzichten onwenselijk” dat Turken visumvrij mogen reizen naar de EU. Ook hij pleitte voor een einde aan het Turkse kandidaat-lidmaatschap van de EU.

Voordewind en Van der Staaij wezen erop dat de Turkse ambassade deze krant vanwege een commentaar over Erdogan op de vingers heeft getikt. „Ongepast en intimiderend”, zei Voordewind. Het kabinet moet Turkije duidelijk maken niet gediend te zijn van „dreigende taal richting Nederlanders”, vindt hij.

Van der Staaij wilde van het kabinet weten of „Nederlandse media in staat blijven om onafhankelijk hun visies te presenteren” en hoe „eventuele inbreuk van buitenlandse overheden hierop kan worden tegengegaan.” De SGP’er kantte zich echter ook tegen het „grof en smakeloos beledigen” van de overheid of van staatshoofden.