Biografie: F. Haarsma zette pastoraat op de kaart in een veranderende RK-Kerk
De rooms-katholieke theoloog Frans Haarsma zette binnen een veranderende Rooms-Katholieke Kerk in Nederland het pastoraat op de kaart. Hij leerde buiten zijn traditionele wereld kijken en promoveerde op de protestantse theoloog Oepke Noordmans.
Frans Haarsma werd geboren in Balk, Friesland, op 19 juli 1921. Zijn vader had daar een slagerij. Frans was een van de dertien kinderen. Vanwege de drukte in het gezin in Balk groeide hij in het naburige Bakhuizen op bij een broer en zus van zijn vader. Toen hij twaalf jaar oud was, ging hij naar het kleinseminarie, een jongensinternaat.
Een band met zijn familie had Haarsma lange tijd niet, omdat hij nauwelijks thuis had gewoond. Daar zat ook een keerzijde aan: Frans hoefde niet mee te helpen in de slagerij en kon daardoor verder leren.
Haarsma werd in 1947 tot priester gewijd. Vanaf 1952 doceerde hij dogmatiek aan het grootseminarie Rijsenburg, bij Driebergen. In die positie was hij een van de theologisch adviseurs van kardinaal Alfrink tijdens het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Haarsma was aanwezig bij die kerkvergadering, en deed er verslag van in het dagblad De Tijd. Op die manier had hij zowel invloed op de Nederlandse inbreng bij de kerkvergadering als op de wijze waarop Nederland hierover werd geïnformeerd.
Haarsma stond midden in een veranderende Rooms-Katholieke Kerk. Tegenover zijn priesterstudenten maakte hij er geen geheim van dat hij dacht dat het celibaat, de kerkelijke regel dat geestelijken niet mogen trouwen, zijn langste tijd gehad had. Priesters waren in de visie van Haarsma geen mensen tegen wie hoog opgekeken moest worden, maar degenen die het contact tussen de kerk en de leken tot stand brachten.
Het seminarie in Rijsenburg werd in 1967 opgeheven. In hetzelfde jaar promoveerde Haarsma in Nijmegen op het proefschrift ”Geest en kerk. Een pastoraal-oecumenische studie over de ecclesiologie van dr. O. Noordmans”. Kort daarna ging hij aan de slag als hoogleraar pastorale theologie –als eerste rooms-katholiek in Nederland– in Nijmegen. Hij was al sinds 1964 als lector aan de Katholieke Universiteit in die stad verbonden. Haarsma bleef hoogleraar tot zijn emeritaat in 1984.
Even was Haarsma in beeld als opvolger van kardinaal Alfrink, die in 1975 terugtrad. De behoudende kardinaal Willebrands werd echter benoemd.
Hoewel Haarsma de Rooms-Katholieke Kerk trouw bleef, was hij beslist niet kritiekloos. Hij schreef diverse boeken waarin een kritische visie doorklonk. Voorbeelden daarvan zijn ”Kirchliche Lehre, Skepsis der Gläubigen” (1970), ”Morren tegen Mozes. Pastoraal-theologische beschouwingen over het kerkelijk leven” (1981) en ”Kandelaar en korenmaat. Pastoraal-theologische studies over kerk en pastoraat” (1991).
Haarsma had jarenlang een relatie met de theologe Catharina Halkes (1920-2011). De twee woonden in Nijmegen vlak bij elkaar. Ze konden niet tot een huwelijk komen vanwege het celibaat, dat tegen de verwachting van Haarsma in niet werd afgeschaft.
Frans Haarsma overleed in Nijmegen, op 25 november 2009. Hij werd 88 jaar.
In deze rubriek wekelijks een biografie van een bekende of minder bekende theoloog.