Wet en Evangelie
Als wij in waarheid in Christus geloven, worden al onze zonden en zwakheden met Christus’ verdienste als met een mantel toegedekt. Ze worden ons dan niet tot verdoemenis gerekend. Hiermee verwerpt de Heere de Wet niet, want Hij wil dat wij naar de Wet goede werken zullen doen. Maar Hij wil dit zeggen: dat wij niet in de Wet, maar in het Evangelie medicijnen tegen de eeuwige dood moeten zoeken.Wanneer de Wet ons vervloekt, troost ons het Evangelie en toont ons Christus. Het zegt dat Christus de Wet in onze plaats heeft vervuld en dat Hij voor ons een vloek is geworden. Hij heeft voor ons verworven Gods genade en de eeuwige hemelse zegen, met het eeuwige leven.
O, hoe groot is dan het onderscheid tussen de Wet en het Evangelie. De Wet eist van ons onze eigen gerechtigheid, door ons in eigen persoon gedaan. Het Evangelie echter wijst ons een gerechtigheid aan die buiten ons is, in Christus. Die gerechtigheid wordt ons eigen door het geloof. De Wet verschrikt ons, de Wet dondert en vervloekt ons vanwege onze zonden. Maar Christus vertroost ons met Zijn heilig Evangelie en roept ons toe: Heb goede moed, o christenmens, uw zonden zijn u vergeven. Ik heb de Wet in uw plaats vervuld. Ik heb Gods toorn gestild en uw zonden uitgedelgd en de dood en de duivel overwonnen.
J. G. Pruschenccius, predikant te Rotterdam (Geestelycke Medicyne teghen de Melancolye, 1635)