Kwartaalbericht Boskalis bevestigt dat vette jaren voorbij zijn
PAPENDRECHT. Het kwam niet als een verrassing. De „sterke daling” van de omzet die Boskalis dinsdag meldde over de eerste drie maanden van dit jaar, is conform de eerder uitgesproken verwachtingen. De vette jaren voor de baggeraar en maritieme dienstverlener zijn even voorbij.
De kwartaalrapportage van de in Papendrecht gevestigde onderneming, waarin concrete cijfers ontbreken, bevestigt het beeld dat bestuursvoorzitter Peter Berdowski in maart al schetste bij de presentatie van de resultaten over 2015. Twee jaren achtereen was er sprake van een recordwinst, maar de lijn steeds verder omhoog wordt in 2016 niet doorgetrokken. „We keren terug naar normaal”, zoals de CEO toen zei.
De marktomstandigheden zijn „uitdagend”, heet het. Met andere woorden: minder gunstige vooruitzichten, een moeilijke werkomgeving. De fors gedaalde olieprijs, onder invloed waarvan olie- en gasproducenten hun investeringen terugschroeven, speelt daarbij een belangrijke rol. Volumes en prijzen staan onder druk, laat Boskalis weten. De vlootbezetting ging de afgelopen periode achteruit en de brutowinstmarges bevinden zich „op een beperkt lager niveau” dan in hetzelfde deel van 2015. Tegelijk nam de orderportefeuille overigens licht toe.
Personele gevolgen
Om de marktontwikkelingen het hoofd te bieden, is een programma gestart om de vloot te verkleinen en de kosten te verlagen. Vooral in de sfeer van het baggeren zal materieel uit de vaart worden genomen. Dat zal personele gevolgen hebben, maar Boskalis geeft vooralsnog geen concretisering. Verder kijkt het bedrijf kritisch naar de kosten van het wereldwijde kantorennetwerk. In ieder geval zal het nettoresultaat over 2016 „aanzienlijk lager” uitpakken dan dat over 2015, luidt de prognose.
Binnenkort wordt waarschijnlijk het contract getekend voor de baggerwerkzaamheden rond de bouw van de 18 kilometer lange Fehmarnbelttunnel tussen Duitsland en Denemarken.
Het concern opereert in circa 75 landen en telt ongeveer 8200 medewerkers. Het is betrokken bij onder andere onderhoud van havens en vaarwegen, de aanleg van kunstmatige eilanden, de installatie van windparken op zee en de berging van schepen.