Muziek

De Doelen is de huiskamer van Rotterdam

Een klassiek concert in de Grote Zaal, jazz in de Eduard Flipse Zaal en een optreden van Marokkaanse musici in de Willem Burger Zaal. Zo kan een doorsneeavond in de Doelen eruitzien. Vijftig jaar geleden opende deze „huiskamer van Rotterdam” zijn deuren.

4 May 2016 16:41Gewijzigd op 16 November 2020 03:21
De akoestiek in de Grote Zaal (foto) van de Rotterdamse Doelen wordt geroemd. Orkesten spelen er graag. Dit jaar viert het concertgebouw het vijftigjarig jubileum. Beeld Tom Gosselaar
De akoestiek in de Grote Zaal (foto) van de Rotterdamse Doelen wordt geroemd. Orkesten spelen er graag. Dit jaar viert het concertgebouw het vijftigjarig jubileum. Beeld Tom Gosselaar

De puinhopen smeulden nog. Vier dagen na het bombardement in mei 1940 gaf het gemeentebestuur van Rotterdam al opdracht voor het ontwerpen van een nieuw stadshart. Na de Tweede Wereldoorlog verrezen in rap tempo graansilo’s in de haven, flats en kantoren. De Rotterdammers beleefden de opening van het congres- en concertgebouw de Doelen op 18 mei 1966 als bekroning van de wederopbouw. Het betrof het eerste nieuwe gebouw in het centrum dat niet voor wonen of werken was bedoeld.

„De Doelen was toen van alle Rotterdammers, en dat is nog altijd zo”, zegt Doelendirecteur Gabriël Oostvogel. „Het concert­gebouw wordt gezien als de huiskamer van Rotterdam. Wij zijn er niet voor de culturele elite, maar voor iedereen. Zo zijn er ook concerten voor en door Iraniërs, Turken en Kaapverdianen.”

Oostvogel spreekt van een paradox: „Om laagdrempelig te zijn, moeten wij een muziektempel zijn die de hoogste kwaliteit biedt. Als er niet tegen de Doelen wordt opgekeken, biedt een concert er geen meerwaarde.”

Bent u tevreden over de bezoekers­aantallen?

„Ja, er vinden jaarlijks 600 concerten plaats, die zo’n 500.000 bezoekers trekken. Bijna de helft van de concertgangers komt van buiten de regio Rotterdam. Net als andere concertzalen hebben ook wij te maken met licht dalende bezoekersaantallen, al lijken die inmiddels te stabiliseren.

Wij zetten stevig in op de relatie met ons publiek en op verdieping. Zo zijn toelichtingen op de concerten gratis toegankelijk en verzorgen we cursussen, bijvoorbeeld over Engelse koormuziek. Concertgangers ontvangen enkele dagen voor een concert een mail met de programmatoelichting, zodat ze zich thuis rustig kunnen voorbereiden. Na een concert sturen we hun een mail met een foto, een uitspraak van een musicus of een recensie. We hopen zo ook een jonger publiek aan te spreken.

Het is verder belangrijk dat musici contact maken met de luisteraars. Dat ze bijvoorbeeld vertellen over hun passie. Waarom doen ze zo veel moeite om bepaalde stukken in te studeren en uit te voeren?”

Een Doelenconcert biedt meer dan het beluisteren van een cd?

„Er gaat niets boven een live-uitvoering. Zeker als je het gevoel hebt dat een musicus voor jou staat te spelen.”

Waarom is de Grote Zaal in 2009 aangepakt?

„De technische voorzieningen als licht en geluid waren verouderd en de stoelen moesten vervangen worden. Door ze een dunnere zitting te geven, hebben we 7 centi­meter aan beenruimte gewonnen.

Qua akoestiek wordt de Grote Zaal tot de topzalen in Europa gerekend. Toch hebben we in 2009 gekeken of er iets te verbeteren viel. Met name bassisten moesten hard spelen om achter in de zaal hoorbaar te zijn. Dit kwam omdat het plafond de helft dunner bleek dan in het oorspronkelijk bestek was voorgeschreven. Nu het plafond wel de juiste massa heeft, worden de lage tonen niet meer geabsorbeerd en komen de bassisten meer aan het muziek maken toe.

Het orkest is blij met de ver­betering van de podiumakoestiek. Dankzij alle ingrepen is de nagalm iets verlengd en klinkt de zaal warmer dan vroeger.”

Waar streeft u naar als het om klassieke muziek gaat?

„We willen een overzicht van de klassieke muziekgeschiedenis bieden. Daarbij combineren we onbekende stukken met het ijzeren repertoire van componisten als Beethoven, Brahms en Tsjaikovski. Zo proberen we de horizon van ons publiek te verbreden. Neem de serie die een overzicht biedt van duizend jaar koor­muziek. Daarin laten we een liefhebber van romantische koorwerken ook kennismaken met zang uit de tiende eeuw.”

Wat zou de Doelen zijn zonder het Rotterdams Philharmonisch Orkest (RPhO)?

„De Doelen is de thuisbasis van het Rotterdams Philharmonisch Orkest, dat er jaarlijks zo’n tachtig concerten geeft. Het is voor de musici belangrijk dat ze in een zaal van wereldklasse kunnen spelen. Voor de Doelen blijkt het orkest een goede ambassadeur, mede dankzij het feit dat het RPhO zich heeft ontwikkeld tot een van de Europese toporkesten.”

De orgelconcerten zullen geen kaskrakers zijn. Toch blijven organisten welkom.

„Er staat een groot vierklaviers­instrument in de Grote Zaal. Daar hebben we tussen 2006 en 2008 het nodige geld in gestoken om het te verbeteren. Het zou toch te gek voor woorden zijn om dit Flentroporgel niet te gebruiken? Wij willen er ook voor orgel­liefhebbers zijn. De orgelserie slaat aan, want er komen tussen de 500 en de 800 mensen op de gratis toegankelijke zaterdagmiddag­concerten af.

Ik ben blij dat er het nodige verbeterd is aan het instrument. Het kon vroeger wat het volume betreft onvoldoende tegen een orkest opboksen, terwijl het naar mijn gevoel je haren moet kunnen laten wapperen.”

U biedt koren ook graag een podium?

„Natuurlijk, want de Doelen is er voor iedereen. Amateurkoren als Deo Cantemus, Vox Jubilans en het Rotterdams Opera Koor komen al jaren in de Doelen. Ze nemen hun eigen achterban mee. Of deze mensen ook klassieke concerten zullen gaan bezoeken, weet ik niet. Ik zie ook niet snel gebeuren dat een bezoeker van een Marokkaanse avond naar het Orkest van de Achttiende Eeuw gaat luisteren. Maar dat vind ik niet erg.”

Nieuwe muziek blijft een belangrijk onderdeel van de programmering?

„Dat is een bewuste keus. De serie ”Red Sofa”, met naoorlogse en fonkel­nieuwe muziek, is avontuurlijk. Je hoort er vaak werken die nog niet door de zeef van de tijd zijn gegaan. Soms concludeer je dat het beter bij één uitvoering kan blijven, een andere keer stuit je op een pareltje.

Met een Red Sofa Pas, die 89 euro kost, kunnen mensen 27 concerten bijwonen. Zaten er vroeger 60 bezoekers in de zaal, die 30 euro voor een kaartje betaalden, tegen­woordig komen er gemiddeld 350 mensen op uitvoeringen van eigentijdse muziek af. Dit seizoen verkochten we 585 Red Sofa Passen. Daarmee zijn we de grootste Nederlandse community voor nieuw gecomponeerde muziek.”


Koortraditie

Het is een traditie. Op tweede kerstdag zingt de Hervormde Gemengde Zangvereniging Vox Jubi­lans ’s morgens in de Grote Zaal van de Doelen. Dit jaar voor de 44e keer. „Vanwege de afbraak van de Rotterdamse Wilhelminakerk zocht het koor een nieuwe locatie”, weet voorzitter Harco Hagen. „Dat werd de Doelen. Onze organist Feike Asma raadde destijds die keus af vanwege de kosten. Gelukkig hadden we de eerste keer een uitverkochte zaal. Tegenwoordig komen zo’n 1800 mensen uit het hele land luisteren. Het is heerlijk zingen in de Grote Zaal. We moeten altijd even zoeken naar de juiste balans tussen het koor en meewerkende musici, tegenwoordig zo’n twintig mensen.” Hagen voelt zich welkom in de Doelen. „We hebben er een vaste contactpersoon en dat werkt plezierig.”


Ruim gevoel

Tijdens haar eerste optreden in het Rotterdams Philharmonisch Orkest, begin jaren negentig, spatte er vlakbij een lamp kapot. „Ondanks de knal speelde iedereen door”, herinnert altvioliste Janine Baller zich. „Een andere bijzondere herinnering is die aan de rondleiding door mijn vader, voorafgaand aan een concert. Hij legde uit hoe mooi het gebouw is opgezet. Hij vertelde waarom er beneden donkere leisteen ligt en de eerste verdieping een donkergroene marmeren vloer met een chique glans en kroonluchters heeft. Bóven begint de uitgaansavond.”

Baller speelt graag in de Doelen. „De Grote Zaal is ruim, waardoor de klank goed weg kan. Onze fantastische kopersectie komt daardoor prima tot haar recht. Ik ervaar de akoestiek als ruim. Dat geeft een vrij gevoel tijdens het spelen.”


Veel klankkleuren

„De scherpe randjes zijn van de mixturen af, de tongwerken klinken voller en krachtiger en er zijn wat registers van plek gewisseld.” Geert Bierling is blij met de „verbeteringen” aan het uit 1968 daterende Flentroporgel in de Grote Zaal van de Doelen. Als stadsorganist is hij verantwoordelijk voor dit instrument en voor de invulling van de orgelconcerten. „Dankzij de mogelijkheid om registraties vooraf in de computer te zetten, kan ik tegenwoordig oneindig veel klankkleuren laten horen.”

Bierling treedt graag op in de Grote Zaal. „Die heeft natuurlijk geen kathedrale akoestiek, maar wel een mooie nagalm. Je kunt als speler niets verdoezelen. Verder waardeer ik het contact met het publiek. Mensen kunnen zien wat ik doe.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer