Trompettiste Laura Krale als kind gegrepen door fanfare op straat
Als meisje van zeven hoorde ze op Koninginnedag de fanfare spelen op straat. „Ik dacht: Dáár moet ik ook bij.” Twintig jaar later rolt de eerste solo-cd van blazer Laura Krale van de pers. „De trompet kan ook anders klinken dan retteketet.”
Het recent bij STH Records verschenen schijfje heet eenvoudig ”Trumpet Tunes”. Het resultaat is te danken aan een uitnodiging van Martin Zonnenberg, bekend musicus in christelijke kring. Krale (27): „We ontmoetten elkaar voor het eerst op een koorconcert. Hij speelde orgel, ik trompet. Daarna nodigde Martin me uit voor andere uitvoeringen. Het klikte vanaf het begin tussen ons. Zó zelfs dat hij me vroeg een cd te maken met hem in de lutherse kerk in Den Haag. Ik had al eens van een cd-opname gedroomd, dus dit aanbod vond ik natuurlijk fantastisch.”
De cd omvat een breed repertoire: van barokmuziek van Telemann tot het wereldberoemde lied ”The holy city” van Adams. Krale: „Ik houd er niet van om me te beperken tot één muzikale stijl. Klassieke muziek vind ik prachtig, maar christelijke liederen ook. Daarom speel ik graag bij koren. Niet alleen omdat ik daardoor steeds nieuwe mensen ontmoet, ook vanwege de teksten die worden gezongen. Die zijn een onderdeel van mijn identiteit als christen.”
Krale realiseert zich dat ze met haar klassieke opleiding aan het Conservatorium van Amsterdam er ook voor had kunnen kiezen om in een orkest of ensemble te gaan spelen. „Ik heb dat lang gewild, vooral tijdens mijn studie. Iedereen verwachtte dat toen van mij. Ik speel nog steeds klassieke muziek, maar kies graag zelf wat ik mooi vind. In een orkest of ensemble heb ik die vrijheid minder. Dan moet ik spelen wat er op het programma staat.”
Visitekaartje
De cd moest een muzikaal portret van Krale worden, vond ze zelf. Of dat gelukt is? „Ik moest in het begin erg wennen aan het luisteren naar mijn eigen spel, omdat ik best kritisch ben. Maar gaandeweg ben ik er tevreden over geraakt. Nu denk ik: De cd is een visitekaartje geworden waarin ik me helemaal herken.”
Van de 22 nummers duren er 15 korter dan 3 minuten. Een bewuste keus? Krale: „Nee, de lengte was niet van tevoren bepalend. Het zijn wel allemaal stukken die ik graag speel, waar ik iets mee heb. Sommige nummers had ik ook al eerder gespeeld met Martin als solo op een koorconcert. Maar ik kan me voorstellen dat mensen wat meer grote stukken hadden willen horen. Dat is dan een mooi idee voor de volgende cd.”
Waarom de samenwerking met Martin Zonnenberg zo goed loopt? Krale: „Het wonderlijke is dat we vaak precies dezelfde ideeën hebben over het tempo, de klankkleur en de uitvoering van een stuk. Zonder dat we daar van tevoren per se over moeten praten. We gaan spelen en merken dat we op dezelfde golflengte zitten. Ik heb dat nog niet eerder zo sterk met andere muzikanten gehad.”
Ook over de combinatie van trompet en orgel is Krale enthousiast. „Eigenlijk is het orgel ook een blaasinstrument. Daardoor klinkt de trompet bij een orgel mooier dan bij een piano. Zeker in de lutherse kerk in Den Haag bleek het een prachtige combinatie. Je zou verwachten dat zo’n groot kerkorgel al snel te hard is voor de trompet. Maar het tegenovergestelde was het geval. In het begin speelde ik soms te hard. Het was zoeken naar de juiste plek in de kerk om de goede balans te vinden.”
Afwisseling
Krale bespeelt drie verschillende blaasinstrumenten: de trompet, de bugel en de piccolo. „Een voorkeur heb ik niet. De bugel heeft een zachte, warme klank. Daar kun je prachtig met een melodie aansluiten bij een koor. Op de trompet kun je zowel zacht als hard spelen. De piccolo klinkt hoog en licht. Zo speel ik op de cd vlotte barokstukjes op de piccolo en een romantische ”Méditation” op de bugel. Die afwisseling vind ik boeiend.”
Krale heeft een duidelijk doel voor ogen met haar debuut-cd. „De trompet heeft het imago van hard en schel. Ik wil laten horen dat het instrument ook anders kan klinken dan retteketet. Maar ik hoop ook dat deze cd tot nieuwe uitnodigingen leidt. Ik geef nu zo’n twintig concerten per jaar. Spelen, dat doe ik het allerliefst. Dat uitbreiden is mijn ambitie. Graag ook met andere muzikanten, want samen muziek maken is veel leuker dan in je eentje.”
Krale geeft ook les. Dat wil ze blijven doen. „Ik geef vier dagen per week muziek op basisscholen in Amsterdam. Erg leuk om te doen. Ik probeer mijn passie voor muziek op jonge kinderen over te brengen. De vrijdag houd ik vrij om me voor te bereiden op concerten, die meestal in het weekend zijn.”
De eerste reacties op haar debuut-cd stemmen Krale hoopvol. „Mensen zeggen: Wat een rustgevende, afwisselende cd. En wat een mooie combinatie van trompet en orgel.” Ze denkt terug aan haar ervaring als kind, toen ze in Staphorst woonde en de fanfare op straat voorbijmarcheerde. „Toen is het begonnen. De trompet is echt míjn instrument.”
Laura Krale
Laura Krale (Staphorst, 1988) gaat naar de christelijke scholengemeenschap Dingstede in Meppel en woont in Amsterdam en studeert daar trompet aan het Conservatorium bij Frits Damrow en Wim van Hasselt. In 2011 behaalt ze haar bachelordiploma. Twee jaar later studeert ze af als docent muziek. Krale geeft muziek op vier basisscholen in Amsterdam, namens de hoofdstedelijke muziekschool. Ze is docent ”klein koper” bij de christelijke muziekvereniging Juliana in Marken. Met vrienden vormt ze het ensemble Recollected voor strijkers, trompet, piano en zang. Samen met organist Martin Zonnenberg maakt ze haar eerste cd, ”Trumpet Tunes”, in de lutherse kerk in Den Haag en presenteert deze op de laatstgehouden Wegwijsbeurs.