Toen de economische crisis in 2008 in Nederland keihard toesloeg en iedereen de broekriem moest aanhalen, kregen ook de diplomatieke vertegenwoordigingen in het buitenland veel minder geld te besteden. In Suriname was dit voor de gewone burger vooral merkbaar doordat er een eind kwam aan het uitgebreide feestvieren op hoogtijdagen, waarbij Nederlandse muziekgroepen werden ingevlogen en waar iedereen gratis naar mocht komen luisteren onder het genot van een hapje en een drankje.

Nadat Desi Bouterse –hoofdverdachte in de zaak van de Decembermoorden uit 1982 en in Nederland veroordeeld wegens drugshandel– in 2010 tot afgrijzen van Den Haag Surinames president werd, was er helemaal geen animo meer om de bloemetjes buiten te zetten. Sindsdien wordt het Oranjefeest ingetogen gevierd en is het aantal genodigden geslonken. Anderen zijn wel welkom, maar moeten voor Surinaamse begrippen diep in de buidel tasten voor de toegang.

Surinamers kunnen daar weinig begrip voor opbrengen, temeer omdat het feestje in Hotel Torarica flink wordt gesponsord, onder meer door de lokale bierbrouwerij. „Het lijkt erop dat de ambassade aan het Oranjefeest wil verdienen, wat belachelijk is”, zegt de Surinaamse Agnes Welzijn. „Vroeger ging ik er graag heen, maar het kost nu veel geld en dat heb ik niet. Wij Surinamers hebben te lijden onder een economische crisis, dus ik heb iedere cent nodig om te overleven.”

Meer begrip

Ondernemer Radjen Kalloe is, in tegenstelling tot voorgaande jaren, ook niet van plan te gaan. „Ik ging altijd om te netwerken, maar nu het mij zo veel kost, moet ik het aan me voorbij laten gaan. Jammer dat jullie koning zo gierig is. Van het voormalige moederland, dat zich een bevriende natie noemt, zou je toch wat meer begrip mogen verwachten.”

Een vertegenwoordiger van de Nederlandse ambassade weigerde inhoudelijk te reageren op de kritiek. „Een feest organiseren kost nu eenmaal veel geld.”