Boeren zitten klem tussen melk en mest
HEELWEG. De melkveehouderij zit klem tussen melk en mest. Te veel melk, met als gevolg sterk gedaalde inkomsten voor de boeren, en te veel mest, waardoor een gedwongen inkrimping van de veestapel dreigt. Een oplossing is er wel, maar daar willen politici en zuivelindustrie niet aan. Nog niet.
Met die boodschap trekken de Nederlandse Melkveehouders Vakbond (NMV) en de Dutch Dairymen Board (DDB) dezer dagen door het land. Maandagavond waren ze in Heelweg, in de Achterhoek. De twee kritische tegenhangers van boerenorganisatie LTO Nederland praten hun achterban bij over het komende fosfaatrechtenstelsel en de crisis op de zuivelmarkt. Ook TTIP komt ter sprake. Het vrijhandelsverdrag waarover de Europese Unie en de Verenigde Staten onderhandelen, zal volgens NMV en DDB de definitieve nekslag voor gezinsbedrijven in de melkveehouderij betekenen.
Lange tijd zat de NMV aan tafel, toen staatssecretaris Van Dam (Economische Zaken) met de sector onderhandelde over het fosfaatrechtenstelsel. Maar uiteindelijk stapte de organisatie op. „Wij willen geen verantwoordelijkheid dragen voor een systeem dat geen enkele garantie geeft voor behoud van de derogatie (Europese ontheffing waardoor Nederlandse melkveehouders extra mest op hun land mogen uitrijden, TR) en waar we nooit meer van af komen”, legde voorzitter Harm Wiegersma uit.
De maatregel komt volgens de NMV te laat en treft ten onrechte alle boeren, ook degenen die hun veestapel in de aanloop naar de afschaffing van de melkquotering vorig jaar niet hebben uitgebreid. Bovendien is het maar de vraag of het beoogde doel –schoner oppervlaktewater– wel wordt bereikt. De NMV ziet meer heil in de Belgische aanpak: het opsporen van bronnen van vervuiling door gerichte metingen in sloten en vaarten.
DDB-voorzitter Sieta van Keimpema zei dat een generieke inkrimping van de melkveestapel met mogelijk 8 procent, zoals Van Dam heeft aangekondigd, in strijd is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. „Een land mag geen wet maken waarin zonder compensatie bestaande rechten worden ingeperkt. Als je een vergunning hebt om 150 koeien te houden en je krijgt fosfaatrechten voor 100, dan kun je voor 50 koeien een vergoeding eisen.”
Haar analyse van de zuivelmarkt was „geen vrolijk verhaal”, Een voor een fileerde van Keimpema de sussende verklaringen van de zuivelindustrie voor de huidige crisis. Met als conclusie dat een herstel van de melkprijs er voorlopig niet inzit. „Die worst wordt ons al veel te lang voorgehouden”, gromde een van de Achterhoekers instemmend.
Boeren lijden verlies, terwijl verwerkers en supermarkten hun winsten vergroten, stelde Van Keimpema. De prijs die veehouders voor hun melk krijgen, is met meer dan 40 procent gedaald, terwijl de consument nauwelijks minder betaalt.
Zuivelreus FrieslandCampina kondigde maandag een nieuwe verlaging van de boerenmelkprijs aan, van 27,5 naar 25 cent per liter. Van Keimpema houdt er rekening mee dat de melkprijs richting 17 of 18 cent gaat. Intussen worden de pakhuizen volgereden met melkpoeder en boter. Als de wereldwijde vraag naar zuivel straks aantrekt, komen die voorraden weer op de markt en houden ze nog een tijdlang herstel van de melkprijs tegen.
De DDB pleit voor een marktbeheersingssysteem waarbij boeren die hun melklevering vrijwillig verlagen, een bonus krijgen. Dat geld wordt opgebracht door degenen die door blijven melken. Ook de Europese Commissie moet ingrijpen, vindt Van Keimpema. „Het is crisis. Hogan (Europees commissaris van Landbouw, TR) moet de melkproductie meteen voor twaalf maanden begrenzen.”