Zomertijd bespaart nauwelijks energie
De zomertijd jubileert en bestaat op 1 mei een eeuw. Vaak verguisd, verafschuwd, maar nooit afgeschaft. Het verzetten van de klok moest ooit energie helpen besparen, maar of dat ook heeft gewerkt?
De overgang naar de zomertijd is een jaarlijks terugkerende ergernis voor velen. Het wordt ’s avonds een uur langer licht en ’s morgens blijven de kippen een uur langer op stok. Maar kinderen zitten slaapdronken op school, forenzen komen met een ochtendhumeur aan op hun werk. Wie heeft dit bedacht?
In Bijbelse tijden duurde een dag van zonsopkomst tot zonsondergang. Niemand droeg een horloge en de zon bepaalde hoe laat het was. Een dag duurde twaalf uur (Johannes 11:9). In de winter scheen de zon korter. Daardoor duurden de uren in de wintermaanden gewoon minder lang dan in de zomer.
Met de opkomst van uurwerken in de middeleeuwen werden uren verdeeld in zestig minuten en gingen ze altijd en overal even lang duren. Maar hoe moest dat in de winter? Dan telde een dag simpelweg minder uren dan in de zomer.
Humoristisch
De zomertijd liet nog even op zich wachten, maar heeft wel oude papieren. Een van de eerste ideeën over de zomertijd is afkomstig uit de pen van de Amerikaanse staatsman Benjamin Franklin. Hij logeerde in het voorjaar van 1784 in Parijs. Toen hij om zes uur in de ochtend wakker werd, viel het hem op dat de zon allang op was. Dit had vóór hem waarschijnlijk nog nooit iemand opgemerkt, schreef Franklin in zijn humoristische essay ”An Economical Project”. Hoeveel waskaarsen konden mensen in de zomer uitsparen door een paar uur eerder op te staan? Dat scheelde hun ook nog eens veel geld.
Een echt serieus voorstel om de zomertijd in te voeren, was Franklins idee niet. Dat van de Nieuw-Zeelander George Vernon Hudson in 1895 wel. Hij opperde het plan om de tijd aan te passen aan het ritme van de mens in plaats van omgekeerd.
Toch duurde het tot 30 april 1916 voordat het eerste land overging op de zomertijd. En dat was het Duitse keizerrijk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Ook bezette gebieden, zoals België, kregen ermee te maken. Nederland was neutraal, maar voerde een dag later, op 1 mei, eveneens zomertijd in. De eerste duurde tot 1 oktober 1916.
Oliecrisis
Na de Tweede Wereldoorlog schafte de Nederlandse overheid de zomertijd weer af. Maar de oliecrisis van 1973 noodzaakte tot het nemen van een aantal energiebesparende maatregelen. De instelling van de zomertijd was er een van. In 1977 werd deze weer in ere hersteld. Momenteel zetten 76 van de 195 landen elke zomer de klok een uurtje vooruit.
In de Benelux loopt de klok ’s winters al 35 minuten voor op de zonnetijd. Van 29 maart tot 25 oktober is het dus 1 uur en 35 minuten later dan de zon aangeeft.
Het ingaan van de zomertijd levert nog weleens problemen op. In de land- en tuinbouw moet regelapparatuur met een uur worden aangepast aan de stand van de zon. Veehouders lopen ertegen aan dat hun koeien geen uur eerder opstaan om gemolken te worden.
Ook bij mensen verloopt de aanpassing niet vlekkeloos. Uit onderzoek van Rijksuniversiteit Groningen en de Ludwig Maximilians-Universiteit te München blijkt dat de zomertijd een langdurig en groot effect heeft op de biologische klok van de mens: anders dan tijdens de winterperiode volgt de menselijke activiteit in de zomer de kloktijd en niet de zonnetijd.
Bovendien slapen mensen na het verzetten van de klok de eerste week gemiddeld een uur korter dan normaal, aldus de onderzoekers in het wetenschappelijke tijdschrift Current Biology. Vooral kinderen, ouderen en avondmensen kunnen in de week na het verzetten van de klok oververmoeid raken.
Verder lijkt de zomertijd invloed te hebben op het aantal verkeersongelukken, maar dat effect is niet eenduidig vastgesteld. Het aantal zelfmoorden en de hoeveelheid patiënten met psychiatrische stoornissen nemen in ieder geval niet toe.
Voordelen
Maar die nadelen die het vooruitzetten van de klok opleveren, wegen niet op tegen het grote voordeel: energiebesparing. Tenminste, dat beweren de voorstanders. Wetenschappelijk onderzoek laat echter een wisselend beeld zien.
Uit een Canadees onderzoek dat in 2007 verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Energy Policy bleek dat eigenlijk niemand weet of het ook echt werkt. In de VS leidt de zomertijd op 224 onderzochte plaatsen tot een hoger energieverbruik. In Japan varieert het per regio of er wordt bespaard of niet.
De vraag is of het wel helpt om ’s avonds de verlichting een uur later aan te doen als overdag de –energievretende– airco een uur langer staat te draaien. Een onderzoek uit 2012 laat zien dat huishoudens met airco door de zomertijd gemiddeld 0,13 procent meer energie verbruiken.
Als er al energie wordt bespaard, zet dat dus niet veel zoden aan de dijk. Mogelijk heeft de zomertijd in de jaren zeventig van de vorige eeuw een minimale besparing opgeleverd, maar de leefgewoonten zijn sinds die tijd behoorlijk veranderd.
Het is opmerkelijk dat ook in Nederland nauwelijks bekend is of de zomertijd wel echt bijdraagt aan energiebesparing. Uit een eerder onderzoek door deze krant bleek dat degenen die er iets over zouden kunnen zeggen, niet weten of de zomertijd echt energie bespaart. Elektriciteitstransporteur TenneT beschikt niet over vergelijkende cijfers waaruit een energiebesparing zou kunnen blijken. Ook energiereus Essent kan er niets zinnigs over zeggen. Onderzoeksbureau CE Delft, gespecialiseerd in energie- en milieuvraagstukken, evenmin. „We kunnen u niet verder helpen.”
Zelfs de officiële instaties weten niet hoe het zit: het Centraal Planbureau (CPB) niet, het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) evenmin en ook het ministerie van Economische Zaken weet niet waarom het zomertijd nog steeds handhaaft. Kortom, niemand die het weet. Misschien is het tijd om de zomertijd gewoon af te schaffen.
Tussen keerkring en poolcirkel
In gebieden rond de evenaar heeft het instellen van een zomertijd geen enkele zin; dag en nacht duren er het hele jaar door praktisch even lang. Op de Noord- en de Zuidpool helpt een zomertijd evenmin, omdat het daar dag en nacht licht is in de zomer.
Alleen in gebieden tussen de Kreefts- en de Steenbokskeerkring en de poolcirkels zou een zomertijd theoretisch een energiebesparing kunnen opleveren.
Op het zuidelijk halfrond werkt de zomertijd andersom. Wanneer in Europa de klok een uur vooruit wordt gezet, gaat ongeveer op hetzelfde moment in sommige streken van Australië de klok een uur achteruit, van de zomertijd terug naar de standaardtijd. Tijdens de Europese zomer is er dan een tijdsverschil van twee uur minder dan in de Europese winterperiode.