Verslag van 23e Mannenzang Katwijk aan Zee
Het begint anders dan verwacht. Nadat dirigent Bert Noteboom enkele inleidende woorden heeft gesproken, wordt de jarige vrouw van Jaap van Rijn naar voren geroepen. Na een kort woord wordt ze door de pakweg 2000 mannen toegezongen met Psalm 134:3. Dit is dus mannenzang. Indrukwekkend!
Voorafgaand aan het echte werk wordt er geoefend. Noteboom weet met zijn ongedwongen en enthousiaste manier van leidinggeven de mannen al snel in het gareel te krijgen, ondanks dat niet al de te zingen melodieën even gemakkelijk zijn. Voor liederen als ”Wees mijn vooruitzicht” en ”Liefde Gods, die elk beminnen” is extra oefening nodig.
Na de opening leest dr. P. J. Visser, predikant van de Noorderkerk in Amsterdam, uit Kolossenzen 3, waarna hij de verbinding legt met het thema van de avond: ”Wees mijn Leidsman”. „Het gaat er niet om wat wij ervan maken, maar om hetgeen Hij zegt in Zijn Woord.”
Dan is het tijd om te zingen. Van Rijn zet in met een eenvoudig voorspel over het lied ”Samen in de Naam van Jezus”, waarna de mannen massaal inzetten. Al bladerend door het programmaboekje valt overigens op dat er regelmatig wordt gemoduleerd, zo ook bij dit lied. De aangegeven sterkteaanduidingen helpen de mannen om het gewenste volume in te zetten.
Dr. Visser spreekt verbindende teksten: „Ik ben zwak, maar Gij zijt machtig. We moeten het hebben van de persoonlijke aandacht van God. Daar moeten we om bidden.” Dit vormt de brug naar het tweede lied: ”Wees mijn Leidsman”. Het derde vers –”Komt het uur dat ik moet sterven”– zal bij menig zanger voor kippenvel hebben gezorgd.
„God bezocht ons met Zijn liefde en loopt ons na. Daarom zingen we in aanbidding: ”Heilig, heilig, heilig”!” Dr. Visser vervolgt: „Ons leven moet overeenstemmen met wat God wil.” Daarop klinkt het gebed uit Psalm 119 (nieuwe berijming): „Welzalig wie de rechte wegen gaan,/ wie in de regels van Gods wijsheid treden.” Er wordt ritmisch gezongen. Heerlijk!
„Liefde is de bron waar het begint.” Daarvan zingen de mannen toepasselijk: ”Liefde is de bron”, op de wijs van ”God and God alone”. Qua ritme wellicht de minst makkelijke van de avond, wat merkbaar is aan de wat onregelmatige inzet bij verschillende regels. Halverwege is er wat verwarring, maar dat blijkt te liggen aan de indeling in het boekje. Noteboom laat zich echter niet van de wijs brengen. Hij laat zien de touwtjes stevig in handen te hebben.
„We zien nu nog niet dat alle dingen zijn onderworpen aan de voeten van God. In deze tijd zien we God voor ons gevoel niet altijd.” De mannen zetten uit volle borst in: „Uw macht is groot, uw trouw zal nooit vergaan” (Psalm 93). Vanavond geen drempels of reserves, maar pure zang.
„Soms weet je het niet meer en dan ben je als een hert dat verlangt naar water. Dan verlang je naar één woord van God.” Dit komt tot uitdrukking in volgende lied: ”Als een hert dat verlangt naar water”. „Eén woord van Hem is als een bron van leven.” Aan dat verlangen wordt uitdrukking gegeven met de woorden van Psalm 89: „’k Zal eeuwig zingen van Gods goedertierenheên.” Hoewel deze psalm zich uitstekend leent voor een feestelijk voorspel, speelt Van Rijn slechts de laatste regel van de melodie als inleiding op de zang. Een dergelijke praktische aanpak, die in deze setting trouwens goed werkt, typeert het spel van Van Rijn: eenvoudig en kernachtig, soms wel wat slordig.
„We moeten niet alleen hier zingen en vervolgens, wanneer we naar huis gaan, zwijgen.” Daarom: ”Voorwaarts, Christenstrijders!”. De mannen worden aangespoord alles wat in hen is in te zetten. En dat doen ze! Met een mars-achtig voorspel, waarin de tongwerken van het Van den Heuvelorgel goed aan bod komen, weet Van Rijn de juiste sfeer te creëren.
Wanneer het lied ”Liefde Gods, die elk beminnen” wordt ingezet, is goed te merken dat hierop is geoefend. Het gaat de mannen uitstekend af. Dr. Visser benadrukt dat we elkaar moeten aansporen in het geloof en daarom: „Komt, laat ons samen Isrels HEER” en ”Van U wil ik zingen”. Machtig, hoe dit wordt uitgejubeld!
„Wat er ook gebeurt, denk nooit dat je niet bij God terechtkunt. We moeten het ”Onze Vader” dagelijks bidden, in alles.” Vanavond klinkt het ook, maar nu gezongen. De avond wordt besloten met de gebeden: ”Wees mijn vooruitzicht” met aansluitend de opdracht: ”Ga heen in vrede, ga en maak het waar”.
Na de sluiting stelt Noteboom voor om organist Van Rijn, die kampt met gezondheidsproblemen, toe te zingen met Psalm 68:10. Doordat Van Rijn halverwege de psalm moduleert naar een hogere toonsoort, komt deze psalm nog meer binnen. Niet in woorden te vatten: dit is zingen! Onverwacht wordt dit het hoogtepunt van deze avond.