Gedenksteen voor vergeten doden inrichting Warnsveld
WARNSVELD. Bijna 200 psychiatrische patiënten in de instelling Groot Graffel in het Gelderse Warnsveld vonden aan het einde van de Tweede Wereldoorlog de dood door oorlogsgeweld, gebrek aan hygiëne, epidemieën en ondervoeding. Een gedenksteen, die op 4 mei in Warnsveld wordt onthuld, moet de herinnering aan deze ‘vergeten doden’ levend houden.
In de loop van de oorlog gaan veel inrichtingen aan de Nederlandse westkust dicht, omdat de Duitse bezetter ruimte opeist voor de bouw van de verdedigingslinie Atlantikwall. Psychiatrische patiënten moeten noodgedwongen verkassen naar plekken elders in het land. Groot Graffel heeft slechts ruimte voor 400 patiënten, maar in de oorlog worden zo’n 1250 psychiatrisch patiënten en mensen met een verstandelijke beperking vanuit het hele land in de instelling samengepropt. Baden en kasten dienen als slaapplaats. Door slechte hygiëne als gevolg van gebrek aan zeep en wc-papier breken ziektes uit en er is onvoldoende te eten. Veel patiënten overlijden.
„Tot overmaat van ramp kwam de instelling tegen het einde van de oorlog midden in de vuurlinie van de gevechten tussen de geallieerden en de Duitsers te liggen”, zegt dr. Cecile aan de Stegge, ggz-verpleegkundige en filosofe. Ze schreef eerder een dissertatie over de ontwikkeling van de psychiatrische verpleegkunde in de twintigste eeuw.
V1-raketten
De Duitsers dwingen het mannelijk personeel van Groot Graffel na oktober 1944 om loopgraven op het terrein van de inrichting aan te leggen. Bovendien stellen ze er granaatwerpers en luchtafweer op om zich te verdedigen tegen de oprukkende geallieerden. „Duitse V1-raketten, van nabijgelegen bases afgeschoten, vlogen steeds bijzonder laag over de inrichting heen”, zegt Aan de Stegge. „Vele stortten vlakbij neer. Ze richtten niet alleen grote materiële schade aan, maar hielden vanwege de dreiging en het lawaai patiënten en personeel uit hun slaap.”
Op 4 en 5 april 1945, bij de bevrijding van Warnsveld, gaat het hopeloos mis. De Canadezen zien de loopgraven, granaatwerpers en luchtafweer en concluderen dat Groot Graffel een Duitse basis is. In de middag van 4 april 1945 bestoken zij het hoofdgebouw met artillerievuur. „Geneesheer-directeur Paul van Bork ging die middag direct met gevaar voor eigen leven op zoek naar de Canadezen”, aldus Aan de Stegge. „Hij slaagde erin een Canadese officier te waarschuwen dat hij geen Duitsers, maar Nederlandse psychiatrische patiënten bombardeerde. Na die waarschuwing van Van Bork stopten de granaten.”
In de nacht van 4 op 5 april rukt een tweede divisie Canadezen op. De waarschuwing van Van Bork heeft die tweede gevechtseenheid niet bereikt. „Het gebouw werd geraakt door drie voltreffers, waarbij twee mannelijke patiënten omkwamen. Daarnaast schoten de Canadezen nog eens drie personen dood.”
De verantwoordelijk arts waarschuwt daarop met zijn hoofdverpleger de officier van deze tweede divisie Canadezen. „De militair antwoordde hem dat het zijn opdracht was om de „Duitse militaire vesting” volkomen te vernietigen.”
Alleen al in de eerste vijf maanden van 1945 komen bijna 200 psychiatrische patiënten om door ziekte, ondervoeding en oorlogsgeweld, zo rekent Aan de Stegge voor.
Aan de vergetelheid ontrukken
Zij zet zich samen met Henk Mulder, oud-hoofd medische administratie Groot Graffel, sinds 2006 in om het lot van de omgekomen patiënten aan de vergetelheid te ontrukken.
In gesprekken merkte Aan de Stegge dat op het onderwerp een taboe rust. „Je krijgt mensen er nauwelijks over aan de praat. Niemand had er belang bij om na de oorlog breed uit te dragen hoeveel doden er waren gevallen door epidemische ziektes. Zorginstellingen schaamden zich voor hun hoge sterftecijfers. Daarnaast moesten geëvacueerde instellingen hun eigen doden registreren, ook al waren hun patiënten elders ondergebracht. Op centraal niveau hadden ze geen zicht op het extreem hoge sterftecijfer in de gastinrichtingen.”