De bewindsman reageerde met zijn uitspraken op een oproep van de secretaris-generaal van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), José Angel Gurría. Die pleitte er op een congres in Amsterdam woensdag voor dat meer landen op nationaal niveau werken aan zaken als onderwijs over omgaan met geld aan kinderen.

Nu denken veel Europeanen niet vooruit bij het nemen van financiële beslissingen, blijkt uit onderzoek van de OESO. Vooral in landen als Noorwegen, Frankrijk en Portugal vinden inwoners vaak dat geld moet rollen. In Nederland speelt het probleem minder, al weten veel mensen ook hier niet hoe bijvoorbeeld hun pensioen eruitziet en hebben veel Nederlanders geen buffer voor als het tegenzit.

Laagopgeleiden, mensen met een inkomen lager dan modaal en niet-werkenden leven financieel gezien vaker in het nu en zijn minder bezig met hun toekomst. Uit de OESO-studie komt verder naar voren dat vier op de tien consumenten in binnen- en buitenland zich niet verdiepen in de aanschaf van een financieel product. Vier op de vijf doen geen vergelijkend warenonderzoek.

In deze tijd van mobiel bankieren en andere digitale financiële diensten is het belangrijker dan ooit dat mensen voldoende vaardigheden hebben om goed om te kunnen gaan met hun geld. Dat benadrukte koningin Máxima, die woensdag ook op het congres aanwezig was. Zij maakt zich in ons land al jarenlang hard voor financieel bewustzijn.

Ook nu de spaarrente heel laag is, is het verstandig om bijvoorbeeld voldoende spaargeld achter de hand te houden, zo merkte president Klaas Knot van De Nederlandsche Bank (DNB) op. Mensen moeten volgens hem niet vergeten dat het lage renteniveau in Europa maar van tijdelijk aard is, herhaalde de centralebankbaas tegenover het publiek op de conferentie.