Visafslag keert terug in Harderwijk
HARDERWIJK. Harderwijk heeft vanaf vrijdag na 49 jaar afwezigheid weer een visafslag. De laatste verdween na de inpoldering van Flevoland. Aan de terugkeer is jaren gewerkt. De nieuwe afslag krijgt een educatieve en toeristische bestemming.
In 1913 ging de visafslag van Harderwijk open. Als ’s middags om vijf uur de bel ging, klonken de klompen door de straten van de oude binnenstad van Harderwijk. Handelaren stapten naar de afslag om de vers binnengekomen ansjovis, haring en paling te kopen. In de jaren kort voordat de afslag in 1967 sloot, was er van de levendige handel in vis in Harderwijk nog maar weinig over.
De Zuiderzee was vanaf 1932 een meer geworden en de visserij, waarin zeker 10 procent van de beroepsbevolking van het stadje haar werk in had, stortte in. „Vissers hadden in die tijd vier dingen waar ze naar omkeken: de zee, de botter, het gezin en de kerk. Aan hun eigen cultuur werd weinig gedaan”, zegt mede-initiatiefnemer van de nieuwe visafslag Rob Spierenburg.
Veilingklok
Gelukkig had een van de vissers daar in 1967 wel oog voor. De nu hoogbejaarde Aalt Jansen wist de veilingklok en de bekende bel in handen te krijgen. „Toen al met het idee dat de afslag ooit weer in Harderwijk terug moest komen”, zei Spierenburg. Zowel de klok als de bel kreeg een prominente plek in de afslag die vrijdag geopend wordt.
Aan de terugkeer van de afslag is sinds 2000 gewerkt. Aanvankelijk moest het gebouw herrijzen op de plek waar het ooit gestaan had, aan de Havendam. Van het oorspronkelijke gebouw daar is niets meer over. Maar omwonenden vreesden overlast en het plan ging van tafel. Wat volgde was een zoektocht langs twaalf potentiële locaties, waar die in de Vissershaven als beste uit naar voren kwam. De visafslag werd een gecombineerd gebouw: het is tegelijk een loods voor onderhoud aan de historische botters van de Bottervereniging, waarvan Spierenburg oud-voorzitter is.
De provincie Gelderland werd enthousiast en wilde de helft van de geschatte 800.000 euro aan kosten betalen, onder de voorwaarde dat de stichting de andere helft bijdroeg. Geen gemakkelijke opgave, zegt Spierenburg. Een van de succesvolle inzamelingsacties was het laten sponsoren van de 9000 dakpannen die op het pand liggen. Zeker 4800 pannen werden bekostigd door de Harderwijkse gemeenschap, die er zo mede voor zorgde dat de stichting onder dak kwam.
Toen de financiering rond was, bleek echter dat de helling voor de botters te steil was. Via contacten bij een scheepswerf werd een heuse botterlift ontwikkeld. „De eerste van Nederland”, zegt Spierenburg.
Met de voltooiing van de bouw zijn de ambities van de Botterstichting en de stichting Vischafslag Harderwijk nog niet getemd. „Ergens in een weiland in Friesland ligt nog een Harderwijker botter, de HK72. Die willen we graag ophalen om te renoveren.” In Putten ligt nog een Harderwijker pluut, een vissersboot met plattere bodem. Ook die moet opgeknapt worden. Het moet een leer-werktraject voor jongeren worden. Met dit alles komt het visserijverleden weer tot leven in Harderwijk, denkt Spierenburg.
„Het heeft lang geduurd voordat Harderwijk weer een afslag heeft, maar het is nooit te laat. En we hebben geen idee hoeveel bezoekers hier op afkomen.”
Vrijdag is de officiële opening door gedeputeerde Schouten (CDA) en wordt er een boek gepresenteerd over de historie van de afslag. Zaterdag is de visafslag ook open voor het publiek. Dan heeft om twee uur in de middag een bijzonder moment plaats. „Een visser brengt verse vis naar de afslag. Dan zal de bel voor het eerst sinds 1967 weer klinken in Harderwijk.”