Binnenland

Adem Aksoy stond oog in oog met schutter Alphen aan den Rijn

Tristan van der V. (24) schoot op zaterdag 9 april 2011 –vandaag vijf jaar geleden– in winkelcentrum De Ridderhof in Alphen aan den Rijn zes mensen dood en verwondde er zeventien. Daarna sloeg hij de hand aan zichzelf. Adem Aksoy (nu 34) raakte zwaargewond, maar overleefde de schietpartij.

Bert Monster en Johannes Visscher
9 April 2016 13:21Gewijzigd op 16 November 2020 02:46
Verpleegkundige Hanneke (r.) tilt op 9 april 2011 samen met een collega de brancard met de zwaargewonde Adem Aksoy een ambulance in. De foto ging de hele wereld over. beeld ANP, Regio15
Verpleegkundige Hanneke (r.) tilt op 9 april 2011 samen met een collega de brancard met de zwaargewonde Adem Aksoy een ambulance in. De foto ging de hele wereld over. beeld ANP, Regio15

„Op de zonnige zaterdagochtend van 9 april ging ik rond kwart over elf naar het winkelcentrum. Diezelfde avond zouden mijn vriendin en ik ons verlovingsfeest houden. Ik haalde nog even een paar boodschappen.

Terug bij mijn auto voelde ik m’n lege maag, ik had die ochtend nog niets gegeten. Ik ging tegen twaalf uur opnieuw De Ridderhof in om een gebakken visje te halen.

Terwijl ik dat visje opat, kwam een moeder met huilende kinderen langs de visboer gerend. „Er wordt buiten het winkelcentrum geschoten!” schreeuwde ze in paniek. Ik had m’n auto daar geparkeerd en dacht: Ik moet iets doen. Snel wilde ik naar buiten toe, maar de gele schuifdeur van het winkelcentrum was dicht. Ik draaide me om en zag een jongeman die met de rug naar me toe stond. Hij leek tot mijn verrassing helemaal niet bang en ik wilde hem vragen zo gauw mogelijk met mij mee te gaan naar beneden, uit het winkelcentrum.

Buikwond

Ik riep hem en hij draaide zich om. Het bleek de schutter Tristan van der V. te zijn. Direct schoot hij op me. De kogel ging dwars door mijn buik. Gelukkig had hij op dat moment maar één patroon beschikbaar, omdat hij eerder al 21 kogels had afgevuurd. Hij moest herladen. Hij keek me koel aan met een blik die zei dat hij me hoe dan ook ging pakken.

De adrenaline gierde door mijn lijf. Zo snel als mogelijk ben ik opgestaan, met één hand op de buikwond gedrukt. De pijn was vreselijk. Ik rende weg. De schutter vuurde nog twee keer op me, maar miste gelukkig.

Verderop in De Ridderhof heb ik geschreeuwd om mensen te waarschuwen voor de dader. Ze keken eerst verbaasd. Misschien dachten ze dat het om een afrekening in het criminele circuit ging. Toen de knallen van schoten harder klonken, renden ze allemaal weg. Winkeliers sloten de rolluiken van hun zaak en mensen zochten binnen een veilig heenkomen. Zelf moest ik uiteraard ook dekking zoeken. Uiteindelijk vluchtte ik een restaurant in en via de trap kwam ik uiteindelijk buiten het winkelcentrum, terug bij de parkeerplaats waar mijn auto stond.

Plas bloed

In een ooghoek zag ik op de parkeerplaats een dodelijk slachtoffer in een plas bloed liggen. Het bleek achteraf het eerste slachtoffer van Tristan van der V. te zijn. Volslagen óp was ik. Omstanders brachten me snel naar een magazijn van een kledingzaakje. In de ruimte was ook een moeder met twee doodsbange kinderen. Ze probeerde hen gerust te stellen. De vrouw heeft al die tijd mijn hand vastgehouden. Ze wilde me helpen. Ik was in shock, had geen kracht meer en zweefde op het randje van bewusteloosheid. Omstanders praatten voortdurend tegen me, zodat ik niet zou wegzakken. In die ogenblikken heb ik me oprecht afgevraagd of ik het wel ging redden.

Een agent die zich ook in het magazijn had verschanst, hoorde via de microfoon in zijn oor dat er mogelijk nog een schutter zou lopen. De agent was in paniek.

Intussen ontfermden hulpverleners zich over mij. Ik hoorde de verpleegkundige roepen dat ik zo snel mogelijk naar een ziekenhuis moest vanwege een interne bloeding in mijn buik. Het bloed hoopte zich gevaarlijk op in de buikholte. De verpleegkundige, Hanneke heette ze, heeft me er de eerste minuten doorheen gesleept. De brancard reed over de hobbelige stenen van de parkeerplaats. Bij elke beweging voelde ik een stekende pijn.

Overleven

Intussen waren mijn broer en wat vrienden op de parkeerplaats aangekomen. Ze hadden gehoord dat ik in mijn been was geschoten. De situatie bleek echter ernstiger, omdat ik immers in mijn buik was geraakt. Politiemotoren begeleidden de ambulance naar het Leids Universitair Medisch Centrum. Mijn broer reed mee in de ziekenauto. Gelukkig was ik nog steeds bij kennis. Tegen hem zei ik dat ik het hoe dan ook ging overleven.

In het ziekenhuis belandde ik direct op de operatietafel. Het inbrengen van de katheter was nog pijnlijker dan de schotwond. ’s Avonds werd ik weer wakker op de intensive care. Vaag kan ik me nog herinneren dat m’n broer en moeder aan mijn bed stonden en me vragen stelden, maar ik kon helaas niks terugzeggen.

Een dag later, zondagavond, mocht ik van de intensive care af en kreeg ik een eigen kamer. Ik zag op televisie het nieuws over de schietpartij. Het begon allemaal heel langzaam tot me door te dringen. Toch besefte ik nog niet echt wat er allemaal was gebeurd.

Artsen vertelden me dat ze 40 centimeter kapotgeschoten dunne darm hadden moeten verwijderen. Pijn vanwege de schotwond heb ik gelukkig nooit meer gehad. Wel moet ik sneller dan vroeger naar de wc. Gelukkig zijn er verder geen vitale organen geraakt. Twee weken na de schietpartij ben ik ook alweer in De Ridderhof geweest. Psychisch ben ik er zonder al te veel hulp gelukkig goed uitgekomen.

Zwart randje

Het steekt me dat de politie in 2008 een wapenvergunning aan Tristan van der V. verstrekte. Er zijn bij allerlei procedures fouten gemaakt, maar betrokken instanties proberen de verantwoordelijkheid af te schuiven. Dat vind ik kwalijk. Terwijl premier Rutte vlak na het schietincident beloofde: „Wij staan achter de slachtoffers van dit schietdrama.”

Ons uitgestelde verlovingsfeest was er eentje met een zwart randje. In oktober 2011 zijn we getrouwd en intussen hebben we twee dochtertjes van drieënhalf en anderhalf.

Door de schietpartij ben ik anders tegen het leven aan gaan kijken. Het leven kan zomaar voorbij zijn. Ik geniet van elke dag, van m’n gezondheid en van ons gezin.”


„Vraag waarom de gordijnen dicht blijven”

Op 9 april 2011 zaaide Tristan van der V. dood en verderf in Alphen aan den Rijn. Bart van U. vermoordde in 2014 oud-minister Borst en in 2015 zijn eigen zus. Beide mannen waren psychisch ziek. Hoe te voorkomen dat verwarde personen onheil aanrichten?

Zie om naar elkaar. Voorkom zó dat verwarde mensen uit de bocht vliegen. Het is een van de recente pleidooien van het Aanjaagteam Verwarde Personen. Niet alleen professionals (zoals artsen), maar ook familie en bekenden moeten een oogje in het zeil houden, zegt burgemeester J. W. E. (Liesbeth) Spies van Alphen aan den Rijn. Ze is voorzitter van het vorig jaar september opgerichte aanjaagteam. Dat is een initiatief van de ministeries van Volksgezondheid, van Veiligheid en Justitie en van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).

„Op allerlei niveaus moet meer zorg en aandacht voor verwarden komen”, zegt Spies, voorheen Kamerlid voor het CDA en minister van Binnenlandse Zaken. „Dat kan voorkómen dat een verward persoon misdrijven pleegt. Huisartsen en verpleegkundigen moeten alert zijn, maar bijvoorbeeld verhuurders ook. Laten die aan de bel trekken als ze merken dat het niet goed gaat met een psychisch zieke huurder. Verder dienen familieleden en buren van verwarde personen hun verantwoordelijkheid te nemen. Neem poolshoogte als bij een verward persoon de gordijnen drie dagen dicht zijn en de kranten in de brievenbus blijven zitten. Spreek iemand aan als hij opvallend trilt en je vermoedt dat hij zijn medicijnen niet heeft ingenomen.”

U bepleit omzien naar elkaar, terwijl individualisering de maatschappij tekent.

„Ja. Toch is de trend dat de overheid allerlei verantwoordelijkheden rond zorg bij gemeenten, maar ook bij maatschappelijke organisaties en mantelzorgers legt. Bewoners blijken best in staat om met elkaar in actie te komen, voor bijvoorbeeld een speeltuintje in de buurt. Zij kunnen ook toezien op verwarde personen. Gelukkig zie ik nog veel betrokkenheid op elkaar. Mensen zijn bereid zich te ontfermen over hun dementerende buurvrouw die rondzwerft. Nee, ik verwacht niet dat mensen een verwarde man die met een bijl loopt te zwaaien tot de orde roepen. Dan moeten ze 1-1-2 bellen.”

Bereikbaarheid

In een recente rapportage dringt het Aanjaagteam Verwarde Personen aan op betere bereikbaarheid van hulp- en overheidsinstanties. „Familie van verwarde personen wil dat ze 24 uur per dag hulpverleners kan bereiken.”

Ook invoering van een zogeheten crisiskaart is nuttig, denkt Spies. „Een verward persoon heeft dan een kaart waarop bijvoorbeeld een nummer van een familielid staat. De politie kan dan meteen zo’n familielid bellen. Op zo’n kaart kan staan: „Ik raak soms in de war. Je moet soms drie keer dezelfde vraag stellen, voordat ik begrijp wat je bedoelt.”

In de recente rapportage stelt u dat het vervoer van verwarde personen die overlast veroorzaken beter moet.

„Vaak haalt de politie met veel vertoon een verward persoon van straat. We hoorden van een 78-jarige Vlaardinger met de ziekte van Parkinson. Hij had de verkeerde medicijnen ingenomen, raakte in de war en pleegde vernielingen aan auto’s. De politie arriveerde met alle toeters en bellen. De man werd achter in een politiebusje gestopt. Twee uur lang reed de politie met hem langs ggz-klinieken. Die tocht in dat politiebusje verergert de crisis van de bejaarde. Veel beter was geweest dat hij meteen was opgehaald door een arts.”

Alarmlichten

Het kabinet besloot vorige week dat ernstig verwarde mensen eerder gedwongen kunnen worden behandeld. Met het besluit volgt het kabinet een advies van de commissie-Hoekstra, die onderzocht hoe autoriteiten faalden in de zaak Bart van U. (40), de schizofrene man die bekende oud-minister Borst en zijn zus te hebben omgebracht.

Wat vindt u van het kabinetsbesluit?

„Ik vind het een heel goede zaak dat burgemeesters meer ruimte krijgen. Ze kunnen personen die een gevaar vormen voor anderen eerder vast laten zetten. Nu zie je als burgmeester als het ware wel alarmlichten knipperen, maar moet je wachten tot het moment dat een verward persoon een gevaar voor zichzelf of zijn omgeving vormt. Nu het kabinet de wetgeving aanscherpt, kan een burgemeester sneller inbewaringstelling afdwingen. Dat is voor de patiënt zelf ook het beste. Of autoriteiten al te snel mensen met afwijkend gedrag op gaan sluiten? Dat risico acht ik niet zo groot. De burgemeester krijgt advies van politie en justitie. Die gaan niet over één nacht ijs.”

Samenwerking

Maatwerk is van belang bij het begeleiden dan wel vastzetten van verwarden, aldus het aanjaagteam. De ene verwarde heeft een psychiatrische aandoening, de ander is dementerend, een derde is door baanverlies tijdelijk de kluts kwijt. Samenwerking tussen instanties als gemeenten en zorginstellingen kan beter.

Familie probeerde Bart van U. op allerlei manieren te laten behandelen, maar is gefrustreerd over bureaucratie.

„Ik herken de frustratie en machteloosheid bij familieleden van Van U. Ons aanjaagteam heeft met hen gesproken. Ze zijn blij dat wij concrete stappen zetten om de hulpverlening aan verwarden te verbeteren. Treffend is de klacht die we van een moeder van een verward kind hoorden. Ze zei: „Alle instanties zijn zich ervan bewust waar de eigen verantwoordelijkheid ophoudt.” Instanties vinken nogal eens hun taken af en kijken niet verder. Dat is niet goed. Het kan niet zo zijn dat een zorginstelling op vrijdagmiddag een verwarde patiënt afzet op het treinstation en het daar verder bij laat. Die zorginstelling moet weten waar de patiënt de nacht doorbrengt en wie hem of haar begeleidt. Dan kan de instelling de begeleider inlichten over bijvoorbeeld medicijngebruik.”


Meer incidenten met verwarde personen

Ernstig verwarde personen kunnen eerder gedwongen worden behandeld, besloot het kabinet vorige week.

De politie registreert steeds meer incidenten waarbij verwarde mensen betrokken zijn. In 2011 ging het om 40.012 gevallen, vorig jaar stond de teller op 65.831 (zie grafiek), meldde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten onlangs.

Het Leger des Heils signaleerde vorig jaar eveneens meer verwarde personen op straat. Het Leger pleit voor meer voorzieningen voor beschermd wonen en psychiatrische hulp op straat. Vorig jaar meldde de organisatie dat 50 procent van de bezoekers van de laagdrempelige dag- en nachtopvang van het Leger des Heils een psychische stoornis heeft. Cornel Vader van het Leger des Heils stelde: „De opvang raakt verstopt. Mensen blijven langer zitten door gebrek aan doorstroommogelijkheden en de ernst en complexiteit van hun problematiek.”

De afgelopen jaren bliezen diverse verwarde mensen hun eigen (flat)woning op, met alle gevaren voor omwonenden van dien. Psychisch ziek was bijvoorbeeld Tristan van der V., die vijf jaar geleden in Alphen aan den Rijn zes mensen doodschoot en zichzelf ombracht. Bart van U., die oud-minister Borst en zijn eigen zus vermoordde, is schizofreen verklaard.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer