Buitenland

Deur van NAVO blijft openstaan

Zeven keer zet het militair blaasorkest een nieuw volkslied in. Telkens doet een andere minister van Buitenlandse Zaken een stap naar voren op het podium voor het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. Twee militairen hijsen steeds plechtig de vlag in de mast.

2 April 2004 20:58Gewijzigd op 14 November 2020 01:06

Aan het eind van de plechtigheid wapperen er 26 vlaggen bij het NAVO-gebouw. Toen de organisatie op 4 april 1949 -morgen precies 55 jaar geleden- werd opgericht, waren er twaalf. Diverse uitbreidingen volgden, maar het is nog niet eerder gebeurd dat er in één keer zeven nieuwe lidstaten bij kwamen.

Het aantal toetreders was misschien nog niet eens het meest bijzondere aan de plechtigheid van vrijdag. Alle zeven nieuwe lidstaten werden tot 1989 beschouwd als de belangrijkste vijand van de NAVO, omdat ze lagen in het communistische Oost-Europa. Hetzij als ’zelfstandig’ land (Bulgarije, Roemenië, Slovenië en Slowakije), hetzij als deel van de Sovjet-Unie, zoals de drie Baltische staten (Estland, Letland en Litouwen).

Na afloop van de plechtigheid marcheren de militairen met uniformen uit verschillende NAVO-lidstaten weg. Een Britse officier voert het bevel en de soldaten gooien bij ”left-right-left-right” steeds het juiste been naar voren. De integratie van de strijdkrachten blijkt allereerst een kwestie van taal.

„Wie de geschiedenis van Europa kent”, zo vat de Duitse minister van Buitenlandse Zaken, Joschka Fischer, later samen, „weet dat deze uitbreiding bijzonder is.”

Secretaris-generaal De Hoop Scheffer is herkenbaar als christen-democraat als hij benadrukt dat alle NAVO-landen zich nu verenigen „onder dezelfde waarden die ons dierbaar” zijn. „De toetreding demonstreert dat vrijheid niet te onderdrukken is.”

Hij herinnert eraan dat de vlaggen van het bondgenootschap enkele weken geleden allemaal nog halfstok hingen. „Uit respect voor de slachtoffers van de aanslagen in Madrid. Dit laat zien in welke ernstige strijd we zijn verwikkeld. Velen van ons zijn in volkomen vrijheid geboren en vinden de democratische waarden vanzelfsprekend. Maar we moeten nooit onderschatten hoe hard deze mensen voor hun vrijheid hebben moeten vechten”, aldus De Hoop Scheffer tijdens een persconferentie, staande tussen de zeven ’nieuwe’ ministers.

Bij veel ministers van de nieuwe lidstaten klonk het verleden van de communistische overheersing door. „Deze toetreding brengt ons dichter bij een Europa zonder scheidslijnen”, zei minister Passy van Bulgarije tijdens de eerste zitting van de Noord-Atlantische Raad in de nieuwe samenstelling.

Minister mevrouw Ojuland van Estland zei zich „trots” te voelen. „Dit is een dag die ons land nooit meer vergeet.”

Voor Letland ging vrijdag „een droom in vervulling”, aldus minister Piks. De Litouwse minister Valionis moest bij het hijsen van de vlag terugdenken aan oktober 1989, „toen voor het eerst onze eigen vlag weer werd gehesen na de overheersing van de communisten.”

Ook de Sloveense minister Rupel verwees naar de anticommunistische revolutie. „De toetreding tot de NAVO brengt een nieuwe lente in ons land, net als in 1989.” En de Slowaakse minister Kukan sprak zelfs „van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van ons land.”

De Nederlandse minister Bot zei zich vaak „te nuchter en te pragmatisch” te voelen om historische momenten tot zich te laten doordringen. „Maar toch is het emotioneel om te zien dat eindelijk heel Europa bij elkaar is onder één NAVO-vlag.”

De toetreding van deze week mag dan de grootste uit de NAVO-geschiedenis te zijn, ze hoeft niet de laatste te zijn, aldus De Hoop Scheffer. „De deur blijft open voor iedereen die onze waarden deelt.”

De Nederlandse oud-diplomaat wilde geen landen en geen termijn noemen. „We hebben diverse programma’s voor landen, zoals het Partnerschap voor Vrede. Op dit moment liggen er geen officiële verzoeken tot toetreding.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer