Jeugdroman: Jonge Duitsers raken betoverd door het nazisme
Het was een klein berichtje in deze krant, maart 2013. ”Duitse kerk beklad met nazileuzen”. Voor de Veenendaalse auteur Jan van Reenen vormde het aanleiding tot een nieuw jeugdboek.
Woensdagmiddag presenteerde de Veenendaalse auteur zijn boek ”Drie Duitse vrienden” in de desbetreffende kerk, de Evangelische Kirchengemeinde in het Duitse Aldenhoven, bij Aken. „Nu de Duitse vertaling nog.”
Wat is er gebeurd? Streng kijkt Herr Müller, de –Hitlergezinde– geschiedenisdocent, de groep aan.
„Jakob is een Jood”, zegt Gerhard, de vriend van Heinrich. „Een spekjood”, klinkt ergens anders uit de groep. „Een smous is hij!” roept een derde.
Herr Müller steekt zijn hand op. „Houd hiermee op. Ik wil weten wat er gebeurd is. Heeft Jakob gevochten?”
Gelach. „Jakob kan niet eens vechten. Daar moet je Duitser voor zijn”, zegt Heinrich.
„Jakob, wie waren hierbij betrokken?” vraagt de leraar.
Jakob klemt zijn kaken op elkaar, terwijl zijn ogen hulp zoeken bij zijn twee vrienden.
„Hermann en ik waren er ook bij”, zegt Otto. (…)
Herr Müller wacht even tot Jakob weg is. Daarna keert hij zich naar Hermann en Otto. „Het is goed om het voor een kameraad op te nemen. Kameraadschap is een belangrijke eigenschap voor Duitsers. Maar je moet dan wel de goede kameraden kiezen. Als ik jullie was, zou ik daar nog eens even over nadenken.”
Van Reenens jongste boek (uitg. De Banier, Apeldoorn) speelt zich af in het Duitsland van 1938. Hitlers tentakels strekken zich steeds verder uit. Tegen de wil van zijn vader sluit ook Hermann zich ten slotte aan bij de Hitlerjugend, evenals zijn neef Otto. Maar wat nu met Jakob, hun Joodse vriend?
Geen plaats voor racisme
In Aldenhoven, vlak bij Aken, had gisteren de presentatie plaats van ”Drie Duitse vrienden”. Gastvrouw was de Evangelische Kirchengemeinde in het zo’n 14.000 inwoners tellende dorp.
Op de deur bij de ingang een bordje: ”Geen plaats voor racisme in Aldenhoven”. Achterin de zaal is een davidsster te zien, bij een foto van een Joodse militair die op de Amerikaanse oorlogsbegraafplaats Margraten begraven ligt. De gemeente blijkt zijn graf te hebben geadopteerd.
Zo’n twintig mensen zijn op de presentatie afgekomen. Ze blijken mede aan de basis te hebben gestaan van Van Reenens boek. „Sommigen konden er helaas niet meer bij zijn”, zegt Heinz Bielefeldt, die de auteur steeds terzijde stond. „Zij zijn sinds 2013 overleden. Laten we hen gedenken.”
Bielefeldt –vader van VN-rapporteur godsdienstvrijheid prof. Heiner Bielefeldt– geeft aan dat het „niet vanzelfsprekend is dat we vanmiddag in vrijheid bij elkaar mogen komen, en dat we ongehinderd onze verhalen hebben kunnen vertellen.”
En precies dat is wat deze mensen hebben gedaan, zegt Van Reenen: hun verhalen tegen hem verteld – over tóén.
Aanleiding voor zijn boek vormde, zoals gezegd, een berichtje in deze krant. „Het ging over een Duitse kerk en een Joods monument in Aldenhoven, die beide met nazileuzen besmeurd waren. Mijn interesse was gewekt, vooral toen ik over een Joods monument las. Zijn er dan Joodse monumenten in Duitsland, dacht ik.”
Neonazi’s
De schrijver memoreert hoe hij vervolgens in contact kwam met ds. Charley Cervigne, ook aanwezig. Die vertelde hem over de goede relatie die zijn gemeente onderhield met Joden, maar ook met andere ‘buitenlanders’. Waarschijnlijk waren het neonazi’s geweest die de teksten op zijn kerk en het Joodse monument hadden aangebracht. „Zij weten waarvoor wij staan”, aldus ds. Cervigne destijds. „Zij willen ons laten schrikken. Maar wij laten ons niet afschrikken. Onze gemeente gaat verder op de ingeslagen weg. Wij zullen het fascisme, dat zegt dat de ene groep mensen beter is dan de andere, met alle macht bestrijden, omdat het het Evangelie van Jezus tegenspreekt.”
Zomer 2013 heeft Van Reenen, na bemiddeling door „Herr Bielefeldt”, zijn eerste gesprek met een aantal „oudere mensen” in Aldenhoven, die hem iets vertellen over de periode rond de Tweede Wereldoorlog. „Nadat Günther Schorn, betrokken bij de geschiedeniswerkgroep Aldenhoven, zijn verhaal had verteld, kwamen anderen met hun persoonlijke ervaringen. Enkelen van hen zeiden later dat het voor het eerst was dat zij hier openlijk over spraken. Een kort zinnetje, „Wir waren begeistert” (We waren betoverd), bleef me bij en is het eigenlijke thema van mijn boek geworden.”
In september 2013 gaat de auteur nogmaals naar Aldenhoven. Ditmaal vertellen „vier of vijf mensen me uitvoerig over hun ervaringen in hun jeugd.”
Nu ligt zijn boek er. Van Reenen vertelt iets over de inhoud. Naziliederen van destijds –Vorwärts! Vorwärts!/ Schmettern die hellen Fanfaren,/ Vorwärts! Vorwärts!/ Jugend kennt keine Gefahren./ Deutschland, du wirst leuchtend stehn– blijken bij meerderen nog altijd herkenning op te roepen.
Vluchtelingen
Zijn boek heeft echter ook actualiteitswaarde, zegt hij. „We zien in Europa opnieuw een toename van het antisemitisme.” Maar neem ook de vluchtelingenproblematiek. „Joden werden vluchtelingen door de nazi’s. Op dit moment komen er vele vluchtelingen naar Europa. De Duitse regering heeft vorig jaar besloten vluchtelingen niet in de steek te laten. Velen van hen kwamen naar Duitsland, ongeveer 1 miljoen. Dat staat in schril contrast met wat er in vele andere EU-landen gebeurt. Duitsland is een voorbeeld.”
Ds. Cervigne en zijn gemeente zetten zich eveneens in voor vluchtelingen – in Aldenhoven zo’n 250. Dat zij daarmee ook vijanden maken, bleek in februari, aldus Van Reenen. „Op zaterdagavond 13 februari rond elf uur werd er bij hem aangebeld. Toen de predikant de deur opende, sloegen onbekenden hem met een stok op zijn hoofd en spoten pepperspray in zijn gezicht. De predikant, die ernstig bloedde, ging voor behandeling naar het ziekenhuis in Aken. Op zijn Facebookpagina schreef hij later: „Ik ben niet boos. Wij beiden hebben geluk, want als het erger was afgelopen, had dat jullie ook geen goed gedaan.” Hier wordt duidelijk wat het betekent om zijn vijanden te vergeven, op het bevel van Christus.”
Inderdaad, zegt ds. Cervigne in zijn toespraak. „Naastenliefde triomfeert het meest daar waar we onze víjanden liefhebben. Laten we voor ogen blijven houden dat ook rechtse mensen ménsen zijn.” Overigens hebben hij en zijn gezin na de gebeurtenis in februari „bijzonder veel steun gehad”, zegt hij, óók vanuit de kring van neonazi’s met wie hij via Facebook contact probeert te houden.
De daders, hoogstwaarschijnlijk neonazi’s, zijn nooit gepakt. „Maar zeker is wel dat ze niet uit Aldenhoven kwamen.”
Meerdere aanwezigen bedanken Van Reenen hartelijk voor zijn boek. „Maar het zou eigenlijk in het Duits vertaald moeten worden.” Ds. Cervigne, met een kwinkslag: „Maar de líéderen staan er in het Duits in.”
Toch zou ook hij graag zien dat ”Drie Duitse vrienden” wordt vertaald. „Ik zou het graag in het lesprogramma van scholen in Aldenhoven zien opgenomen. Onze jongeren moeten hier iets van leren.”
Boekgegevens:
”Drie Duitse vrienden”, Jan van Reenen; uitg. De Banier, Apeldoorn, 2016; ISBN 978 94 6278 5762; 214 blz.; € 11,95.
Lees ook:
Brute overval op predikant in Aldenhoven (Reformatorisch Dagblad, 17 februari 2016)
„Neonazi’s weten waarvoor wij staan”, interview met ds. Charley Cervigne (Reformatorisch Dagblad, 4 april 2013)
Duitse kerk beklad met nazileuzen (Reformatorisch Dagblad, 16 maart 2013)