Van der Steur: betere communicatie nodig
DEN HAAG (ANP). Internationaal is betere communicatie nodig bij de bestrijding van terrorisme. Dat erkent Veiligheidsminister Ard van der Steur dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer in de nasleep van de aanslagen in Brussel. Hij reageert daarin op 68 vragen uit de Kamer.
Nederland bleek van de Amerikanen informatie te hebben gekregen over de broers El Bakraoui, die zich kort daarop in Brussel zouden opblazen. Daar werd aanvankelijk niets mee gedaan. Ook kon een van de broers vorig jaar ongemoeid Nederland binnenkomen, hoewel deze Ibrahim door Turkije was uitgezet.
In deze zaak, zo stelt Van der Steur, hebben de Nederlandse diensten „strafvorderlijk” gedaan wat van ze kon worden verwacht, rekening houdend met de beschikbare informatie en binnen de juridische mogelijkheden.
Maar „de les die ik hieruit trek”, zo schrijft de minister, is „dat een ruimere communicatie tussen diensten in internationaal verband, binnen de wettelijke bevoegdheden, een bijdrage kan leveren aan de bestrijding van het terrorisme.” En hij verwacht van de diensten dat zij zich „proactief, alert en assertief” opstellen.
De minister zag zich met de bijna 70 vragen geconfronteerd omdat hij vorige week tijdens een debat over Brussel niet in staat bleek alle vragen van Kamerleden afdoende te beantwoorden. De Kamer besloot het debat te onderbreken. Het gaat donderdagochtend verder. In de tussentijd rezen er ook nog nieuwe vragen.
Zo bleek Van der Steur de Kamer verkeerd te hebben geïnformeerd over de Amerikaanse info over de broers. Hij zei dat die van de federale recherche FBI kwam, maar na het debat bleek het informatie van de politie van New York te zijn.
De oppositie vroeg zich al in het debat af waarom er niet meteen actie is ondernomen. Van der Steur meldt nu dat de informatie aan de inlichtingendienst werd overgedragen.