Biografie: H. Faber, Nederlands invloedrijkste godsdienstpsycholoog
Hij wordt gezien als een van de invloedrijkste godsdienstpsychologen die Nederland heeft gekend. Heije Faber kreeg daarentegen in de Verenigde Staten welhaast meer erkenning dan in eigen land.
Heije Faber werd op 3 september 1907 geboren in Marum. Zijn vader was hervormd predikant. Faber studeerde theologie in Leiden, Marburg en Heidelberg en later psychologie in Amsterdam.
In 1932 werd Faber vrijzinnig hervormd predikant in Velsen. In hetzelfde jaar trouwde hij met Muriel Ann Proctor, die van vaderszijde Schotse wortels had. Het echtpaar kreeg vier kinderen.
Faber ging in 1937 aan de slag bij de Nederlandse Protestantenbond (NPB) in Schiedam. Daarna diende hij tussen 1948 en 1958 de NPB-afdeling in Wassenaar. Voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, was Faber voorzitter van de beweging Eenheid door Democratie, die onder de leus ”Noch Moskou noch Mussert” tienduizenden tegen de NSB wist te mobiliseren. Tijdens de oorlog moest hij onderduiken.
Faber promoveerde in 1933 in Leiden in de theologie op het proefschrift ”Geschiedenis als theologisch probleem”, een onderzoek naar het denken van de Duitse theoloog Ernst Troeltsch (1865-1923). Troeltsch vond dat religie in de menselijke geest ontstond. In 1956 promoveerde Faber voor de tweede keer, nu aan de Universiteit van Amsterdam, in de psychologie. Zijn dissertatie heette ”Over ziek zijn”. Vanaf 1958 was hij lector pastorale psychologie in Leiden. Hij doceerde godsdienstwijsbegeerte en pastorale psychologie. Daarna was hij van 1971 tot 1977 hoogleraar godsdienstpsychologie aan de Theologische Faculteit in Tilburg. In 1969 kreeg hij een eredoctoraat van de Meadville Lombard Theological School in Chicago, Illinois.
Faber ontdekte in de Verenigde Staten het werk van Carl Rogers (1902-1987), de grondlegger van de humanistische psychologie. Hij zag hoe jonge voorgangers daar professioneel werden getraind met technieken uit de klinische psychologie. Met theoloog en psycholoog dr. W. Zijlstra (1921-1997) introduceerde Faber in de jaren zestig van de vorige eeuw de zogenaamde klinisch pastorale vorming. Psychologie gaf volgens Faber een meerwaarde aan het pastoraat. Hij zag ook risico’s: pastoraal-psychologisch geschoolde voorgangers konden volgens Faber te weinig oog hebben voor wat de samenleving van de kerk verwacht.
Faber publiceerde veel, ook in het Engels. Zijn geschriften werden in Amerika soms meer opgemerkt dan in Nederland. In het Nederlands verscheen onder meer ”Cirkelen om een geheim met de psychoanalyse en haar opvattingen over religie”. Daarin concludeerde hij dat psychoanalyse en religie zo veel met elkaar te maken hebben dat invloed van de twee op elkaar door de geschiedenis heen telkens zichtbaar is. ”Boven de boomgrens. Op weg naar een hedendaagse spiritualiteit” (1987) ontstond naar aanleidingen van lezingen die Faber hield. In het ”Het lichtend geheim” (1991) verwerkte Faber latere inzichten. In 1993 publiceerde Faber zijn autobiografie, ”Rekenschap van een zoektocht”. Daarin verwoordde hij zijn diepe persoonlijke behoefte aan psychologie.
Heije Faber overleed op 16 maart 2001. Hij werd 93 jaar.
Zie ook:
Psycholoog en theoloog dr. Faber overleden (Reformatorisch Dagblad, 21 maart 2001)
Zijn menswetenschappen onmisbaar of een ernstige bedreiging? – Verslag van de afscheidsbijeenkomst van prof. Faber (Reformatorisch Dagblad, 6 mei 1977)