De CGK tellen nu 72.977 leden, zo blijkt uit het donderdag verschenen jaarboek 2016. De CGK telden op 1 januari 27.957 doopleden en 45.020 belijdende leden: 60 doop- en 113 belijdende leden minder dan het jaar ervoor.

Van de 79 buitenkerkelijken die zich aansloten bij de CGK, werden er 56 gedoopt. Bijna 750 leden vertrokken naar „geen kerk” of werden uitgeschreven. „Met hoeveel dankbaarheid we de cijfers lezen van toetreders”, schrijft ds. R. W. J. Soeters in het jaaroverzicht, „er staan 436 doopleden en 305 belijdende leden tegenover, die zich onttrekken. Wanneer we een vergelijking maken met een bestaande gemeente, dan moeten we zeggen: een gemeente van de grootte van Dordrecht-Centrum verdween.”

Uit andere kerken en groepen kwamen 576 doop- en 709 belijdende leden, verhoudingsgewijs het meest uit de Protestantse Kerk in Nederland, de Gereformeerde Gemeenten en de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Naar elders vertrokken 588 doop- en 675 belijdende leden, de meesten naar de Protestantse Kerk. Het grensverkeer met verschillende evangelische, baptisten- en pinkstergroeperingen is „beslist geen eenrichtingsverkeer” meer, constateert de predikant.

De CGK tellen nu 182 gemeenten. Dat is er één meer dan het jaar ervoor: Het Open Huis in Haarlem werd geïnstitueerd als gemeente. Van de kerken waren er op 1 januari 65 vacant.

Het aantal predikanten nam af met drie. De CGK tellen nu 147 dienstdoende predikanten –de hoogleraren aan de Theologische Universiteit Apeldoorn niet meegerekend–, van wie er 18 predikant in bijzondere dienst zijn. Daarnaast zijn er 80 emeritus predikanten (de vijf emeritus hoogleraren van de TUA niet meegerekend).

Er gingen vorig jaar zes predikanten met emeritaat. Vier kandidaten werden bevestigd in het ambt. Twee predikanten overleden: ds. M Rebel en ds. H. van der Schaaf.

Zie ook:

CGK krimpen met 542 leden, Reformatorisch Dagblad (10 april 2015)