Veroordeling Wilders lijkt stap dichterbij
DEN HAAG. Een dinsdag door de Hoge Raad gewezen arrest lijkt de kans op een veroordeling van PVV-leider Wilders aanzienlijk te verhogen.
Het arrest gaat over een betoging van de Nederlandse Volksunie (NVU) in mei 2011 in Enschede. Zo’n 35 betogers kwamen destijds op de bijeenkomst af. Van twee van hen, beiden lid van de NVU, staat vast dat ze de leus: „Ali B. en Mustapha, ga toch terug naar Ankara” hebben gescandeerd.
Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeelde beiden in december 2014 tot een boete van 500 euro. De leuzen zouden beledigend zijn en aanzetten tot discriminatie op grond van ras. De Hoge Raad bevestigt dat.
Juristen zagen met name reikhalzend uit naar het arrest, omdat het hof ook NVU-voorman Constant Kusters veroordeelde, en wel wegens medeplegen. Kusters scandeerde zelf geen leuzen, maar gaf leiding aan de door hem georganiseerde demonstratie.
Zijn rol lijkt daarmee sterk op die van PVV-leider Wilders tegen wie momenteel ook een strafzaak loopt, eveneens vanwege beleidiging en aanzetten tot haat op grond van ras. Na de gemeenteraadsverkiezingen van 2014 liet de PVV-leider zijn aanhang op de uitslagenavond in een café de leus: „minder, minder, minder” scanderen. Daarvoor vroeg hij zijn publiek of zij meer of minder Marokkanen wilden in de stad Den Haag.
Volgens het hof maakte Kusters’ organiserende rol hem in Enschede tot medepleger van belediging en aanzetten tot discriminatie op grond van ras. Zodoende kreeg ook hij 500 euro boete opgelegd.
Ook Kusters besloot zijn veroordeling aan te vechten, maar tevergeefs. Het hof heeft zijn medeplegen terecht bewezen verklaard, aldus de Hoge Raad dinsdag. Dat hij zelf geen teksten riep, doet daarbij niet terzake.