De spiegel van het Syrische christendom
AMSTERDAM. Het Syrische christendom houdt westerse christenen een spiegel voor, vindt prof. dr. Wido van Peursen. Hij coördineert een zomerschool die de Vrije Universiteit (VU) in juli aanbiedt over het Syrische christendom.
Syrische christenen hebben al 2000 jaar lang te maken met een minderheidspositie en vervolging, zegt de hoogleraar Oude Testament aan de VU. Eerst werden ze vervolgd door andere christenen, omdat de Syrische christenen anders dachten over de twee naturen van Christus. Later kwamen ze in het nauw door de islam. De eerste christenen die de moslims bij hun expansie vanuit Arabië tegenkwamen, waren Syriërs.
De Syrische kerken hebben een rijke traditie die teruggaat tot het begin van het christendom, aldus Van Peursen. Neem de poëzie van de vierde-eeuwse heilige Efrem de Syriër. „Ook in vertaling zijn dat mooie gedichten over eerbied voor God en de beperkingen van onze menselijke taal om over Hem te spreken.”
De hoogleraar wijst ook op de rol die de liturgie speelt in de Syrische traditie. „Voor protestanten is de Bijbel vooral een bron van informatie die wordt bestudeerd en in de prediking uitgelegd. In de Syrische traditie is de Bijbel ook een boek waaruit je zingt. Als fysiek object wordt hij met eerbied behandeld.”
De VU biedt voor het tweede jaar een zomerschool aan over het Syrische christendom. De deelnemers krijgen les van verschillende deskundigen uit Nederland en één uit Italië. Ook zijn er excursies naar een Syrisch-orthodoxe kerk (met een lezing van de bisschop in Nederland) en het Syrisch-orthodoxe klooster in het Twentse Glane.
De Engelstalige zomerschool is in de eerste plaats bedoeld voor (internationale) studenten. Belangstellenden die niet terugdeinzen voor de taal en het academische niveau zijn welkom tegen betaling van 500 euro per week.
Tijdens de zomerschool is er ook aandacht voor actuele ontwikkelingen. Steeds meer Syrische christenen verblijven in het buitenland. Over de situatie van de christenen in Syrië heeft Van Peursen weinig opbeurends te vertellen. „Maar we moeten de hoop niet opgeven.” Hij vindt het „waardevol” dat de Syrische christenen hun traditie in het buitenland voortzetten. „In Nederland is een levendige Syrisch-orthodoxe jongerenbeweging.”