Mosselbank en oesterrif keren terug in Noordzee
STELLENDAM. Voor de kust van de Zuid-Hollandse eilanden keren mosselbanken en oesterriffen terug. De eerste schelpdieren zijn vrijdag op de zeebodem geplaatst.
Het gaat om een proef van het Wereld Natuur Fonds (WNF) en ARK Natuurontwikkeling.
Ooit was een vijfde van de Noordzeebodem bedekt met schelpenbanken, maar door visserij, ziekten en vervuiling zijn die vrijwel verdwenen. Volgens het WNF en ARK is het herstel van de mossel- en oesterbanken belangrijk om het onderwaterleven voor de Hollandse kust te laten floreren.
Schelpdieren filteren het zeewater, vormen een rust- en paaigebied voor vissen als schol, kabeljauw en zeebaars en trekken zeezoogdieren aan als bruinvis en zeehond. Haaien, roggen en inktvis kunnen er hun eieren op afzetten. Op de harde ondergrond kan dodemansduim, een zacht koraal, zich vestigen.
De proef wordt aan de zeezijde van het Haringvliet en het Grevelingenmeer uitgevoerd met inheemse, lokaal geoogste mosselen en oesters. De schelpdieren zijn onderzocht en blijken vrij van ziektes en schadelijke exoten, zoals de oesterboorder.
De resultaten moeten leiden tot nieuwe proeven, zo nodig met een andere opzet en op andere locaties voor de kust van de Zuid-Hollandse en Zeeuwse eilanden. In 2018 moet er voldoende kennis en ervaring zijn opgedaan om elders in de Noordzee mosselbanken en oesterriffen te herstellen.