Daarvoor gaan verzekeraars langlopende pensioencontracten openbreken. Dat heeft staatssecretaris Jette Klijnsma (Sociale Zaken) vrijdag aan de Tweede Kamer gemeld. Normaal gesproken is openbreken „hoogst onwenselijk” maar in deze bijzondere situatie wordt het nu toegestaan.

Het gaat om mensen die tussen begin 2014 en 8 juli 2015 met pensioen gingen en verplicht waren een vaste pensioenuitkering aan te kopen. Zij hebben daar nadeel van, omdat de rente toen historisch laag was. Voor sommigen betekent dat levenslang een lage pensioenuitkering.

In juli 2015 heeft de Kamer deze nadelige situatie veranderd en tijdelijk een ‘pensioenknip’ ingevoerd. Mensen die vanaf toen met pensioen gingen, mochten later een keuze maken over de manier waarop hun pensioen wordt uitbetaald.

De knip was gemaakt in afwachting van een nieuwe wet die in juli dit jaar van kracht wordt. Die nieuwe regeling houdt in dat pensioendeelnemers met een premie- of kapitaalovereenkomst voortaan mogen kiezen tussen een levenslange vaste uitkering of een variabele uitkering.

De mensen uit de genoemde periode hebben echter geen gebruik kunnen maken van de tijdelijke pensioenknip. Zij krijgen door de afspraken tussen Klijnsma en de verzekeraars nu toch de mogelijkheid om van hun vaste uitkering af te komen.