Rechter last extra stap in MKZ-zaak in
DEN HAAG. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) heeft een extra stap ingelast in het proces van Kootwijkerbroekse veehouders tegen de staatssecretaris van Economische Zaken over de rechtmatigheid van de ruimingen tijdens de MKZ-crisis in 2001.
Het CBb is van plan om de drie zaken die nu onder de rechter zijn, samen te voegen tot één procedure, bleek woensdag tijdens een regiezitting in Den Haag.
Beide partijen, de veehouders in de drie te combineren zaken én het ministerie, moeten daarna een lijst met deskundigen opstellen en die aan het CBb geven. Daarbij moeten ze aangeven op welke vragen nu nog een antwoord moet komen. Wie uiteindelijk beslist welke deskundige(n) daarover dan zullen worden geraadpleegd, liet de rechter in het midden.
Deze stappen leveren vertraging op, erkende de rechter, „zij het een zinvolle.” Hij constateerde dat de „snelheid al een beetje uit het dossier is.” De uitbraak van MKZ is inmiddels vijftien jaar geleden. „Maar we zijn op weg naar een finale beslissing.”
Tijdens de regiezitting probeerde de rechter „bepaalde onduidelijkheden” die hij had na lezing van de processtukken „uit te sluiten”, zoals hij zei. Het betrof een aantal afwijkingen van standaarden die adviesbureau PwC had geconstateerd in de werkwijze van ID Lelystad, dat in 2001 onderzoek deed naar de MKZ-monsters.
Die afwijkingen kunnen er volgens de Kootwijkerbroekse veehouders toe hebben geleid dat monstermateriaal waar geen MKZ-virus in zat, toch besmet is geraakt.
De vertegenwoordigers van het ministerie van Economische Zaken ontkenden niet dat er afwijkingen waren opgetreden, maar volgens hen kunnen die absoluut niet hebben geleid tot een andere uitslag, namelijk dat in Kootwijkerbroek sprake was van MKZ. De kans dat sprake is geweest van besmetting van monstermateriaal in het laboratorium van ID Lelystad is volgens hen „nul.”
Alles draait nu nog om één monster dat een aantal keer negatief is getest (geen MKZ) en één keer positief (wel MKZ), vatte Lau Jansen van de Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek na de regiezitting samen. „Juist bij die ene positieve keer hebben nogal wat afwijkingen van de norm plaatsgevonden, met de positieve uitslag als gevolg. En hoe weeg je nu die onderling tegenstrijdige uitkomsten?”
Jansen –die de Kootwijkerbroekse veehouders bijstaat– is tevreden met de „zorgvuldigheid” waarmee het CBb de zaak behandelt. „Die kijkt ook goed naar de bewijsrechtelijke kant van de zaak: wie moet nu de risico’s dragen als niet meer kan worden bewezen dat er sprake was van MKZ?”
Dat het proces nu vertraging oploopt, vindt Jansen „niet leuk.” Maar als dat uiteindelijk leidt tot een beter gefundeerd oordeel, dan vindt hij dat „wel aanvaardbaar.”