Hoogleraar Cavanaugh: link tussen geloof en geweld is mythe
GRONINGEN. Geloof en geweld liggen niet in elkaars verlengde. De link tussen religie en geweld is een mythe die dient om het zogenaamde vreedzame geweld van westers-liberale samenlevingen tegen de zogenaamd gewelddadige religies te rechtvaardigen.
Dit beweerde prof. dr. William T. Cavanaugh dinsdagavond tijdens het studium generale van de Rijksuniversiteit Groningen. Dinsdagavond vond de eerste lezing plaats van het studium generale in de serie ”Religie en conflict”.
Prof. Cavanaugh, hoogleraar interculturele theologie aan de DePaul University in Chicago (Verenigde Staten), schreef het boek ”The Myth of Religious Violence” (De mythe van religieus geweld).
De hoogleraar verklaarde dat hij zijn lezing na de terreuraanslagen in Brussel van dinsdag niet had gewijzigd, „want die recente terreurdaden betekenen geen wezenlijke verandering.” In zijn lezing ”Is godsdienst de oorzaak van geweld?” ontkrachtte prof. Cavanaugh de vooronderstelling dat religie onontkoombaar tot geweld leidt. Hij ontkende het bestaan van „religieus geïnspireerd geweld” niet en noemde de kruisvaarders als voorbeeld. „Het is unfair om dit te ontkennen door te beweren dat de kruisvaarders geen echte christenen waren.”
Volgens prof. Cavanaugh komt de beschuldiging dat religie onvermijdelijk geweld oproept, voort uit een onterechte scheiding tussen het religieuze en het seculiere domein. „Dat is een westerse, liberale uitvinding die religie wil blameren. Ook in een geseculariseerd milieu zijn er vele irrationele sentimenten die een religieus karakter hebben.” De Amerikaan wees erop dat nationalisme, kapitalisme en consumentisme stuk voor stuk religieuze trekken vertonen. Hij meent dat het nationalisme zelfs eerder tot geweld aanspoort dan het christendom. „In de Verenigde Staten zijn nauwelijks mensen te vinden die omwille van het christendom zouden willen doden. Zodra de verdediging van de natie in het geding is, zijn velen daartoe wel bereid.”
Prof. Cavanaugh begrijpt niet dat fervente bestrijders van de religie kunnen blijven volhouden dat zodra de religie verdwijnt ook het geweld ophoudt. „Wie weet dat onder het mom van atheïstische regiems zoals dat van Stalin in Rusland en Pol Pot in Cambodja vele miljoenen slachtoffers vielen, kan toch niet volhouden dat religie de kwade genius is die het geweld voortbrengt?” Prof. Cavanaugh noemde de Amerikaanse publicist Christopher Hitchens (1949-2011) een typisch voorbeeld van deze stroming. De titel van een van diens boeken is volgens hem veelzeggend: ”God is niet groot. Hoe religie alles vergiftigt”.
In het derde deel van zijn lezing behandelde prof. Cavanaugh het gebruik van de mythe als rechtvaardigingsgrond voor geweld tegen niet-westerse groepen, in het bijzonder moslims. De terroristische aanslagen door extremistische moslims op 11 september 2001 zorgden voor een ingrijpende verandering in de buitenlandse politiek van de VS. „Toenmalig president Bush en consorten creëerden een volstrekte tegenstelling tussen het rationele en vredelievende Amerikaanse christendom en de irrationele en inherent gewelddadige islam. Aan deze tegenstelling ontleenden de Amerikanen het recht om doelen in moslimlanden te bombarderen.”
In dit verband noemde Cavanaugh de publicaties van de Amerikaanse neurowetenschapper en filosoof Sam Harris. Deze atheïstische voorman verdedigt de stelling dat intolerantie in de naam van de tolerantie met geweld mag worden bestreden.