Buitenland

Rouwend Brussel herpakt zich na aanslagen

BRUSSEL. De door terrorisme in het hart geraakte Belgische hoofdstad krabbelde woensdagmorgen weer op. Straten zijn leger dan anders, gelegenheden zijn dicht en wegen afgesloten. Florence (26) uit Gent werkt in Brussel en is blijven slapen. „Anders had ik hier niet kunnen komen.”

23 March 2016 12:08Gewijzigd op 16 November 2020 02:22
Beeld RD
Beeld RD

Een rouwend Brussel, 8.00 uur vanmorgen. Politie achter de blauwwitte linten, zwaar geschut in de hand, kijken grimmig. Ze blikken naar links, rechts, doen dan een paar passen opzij. Niemand komt er zonder hun toestemming langs. Zo nu en dan wordt de afzetting onderbroken om een vuilnis­wagen door te laten. Het verkeer stroopt op. Als er drie zwarte ambulances met gillende sirene komen aanstuiven, schieten auto’s alle kanten op.

In een straal van 1,5 kilometer rond metrostation Maalbeek is het veel rustiger dan normaal, zegt de Spaanse ”official” José Rodriguez (50), terwijl hij moeite doet om boven de sirenes uit te komen. „Veel mensen hebben problemen om hier te komen. Het openbaar vervoer lijdt onder de aanslagen, maar ook veel straten zijn afgezet. Ik kan lopend naar mijn werk, heb nergens last van.”

Metro

Margaux (26), zwarte jas, hagelwitte sportschoenen onder haar spijkerbroek, woont op twintig minuten lopen van haar werk. 
„Ik kom ’s morgens altijd tijd tekort, neem daarom normaal gesproken de metro. Nu had 
ik geen keus.” Bang dat terroristen vandaag wéér toeslaan, is 
ze niet. „Met zó veel politie en militairen in de stad? Nee. Bovendien weten we inmiddels dat er altijd iets kan gebeuren.”

De Gentse Florence, eveneens 26, gaat met enkele tassen over straat. Ze loopt naast een collega bij wie ze dinsdag is blijven slapen. „Het duurde zó lang om weg te komen uit de stad. Gelukkig had ik overnachtingsspullen bij me. Achteraf maar goed ook. Anders had ik hier niet kunnen komen. Sommige collega’s van mij namen vandaag vrij.”

De vrouwelijke uitbater van een brasserie heeft niets te klagen over klandizie. Maar haar klantengroep is compleet anders dan gebruikelijk. „Ik heb nog geen vijf vaste klanten gehad. Nu lopen journalisten af en aan.” De ”sandwich room” op een steenworp afstand van haar zaak is dicht. De vrouw heeft gehoord dat ook andere gelegenheden gesloten zijn.

Wel open is het naastgelegen hotel. Een medewerker wil echter niets zeggen over wat zij merken van de aanslagen. „Vraag maar aan mijn chef, hier is zijn telefoon­nummer.” Ervoor staat een bus met een Tsjechisch kenteken. Zo nu en dan steken jongeren de straat over en leveren hun bagage af. „Wij zijn studenten uit Praag”, licht een jonge vrouw toe, „op excursie naar het Europees Parlement. Ik was dinsdag vlak bij de plaats van de explosie, heb de dreunen gehoord en de vreselijke geur geroken. Iedereen was bang.” Woensdag koerste de bus terug naar Praag.

Voor de Deense ambassade staan twee militairen in uniform, wapen losjes in de hand. Ambassades worden al een jaar bewaakt, leggen ze uit. Zijn ze sinds dinsdag extra waakzaam geworden? „Nee hoor”, zegt de een. „We zijn altijd alert”, vult zijn collega aan. Of ze afgelopen jaar weleens een calamiteit hebben meegemaakt? „Daar kan ik niets over zeggen.”

Snikkend

Op diverse plekken in de stad liggen bloemen. Ze worden spontaan neergelegd. Vlak bij een park zijn juist de eerste twee boeketten rozen neergelegd met ”Je suis Bruxelles” erop. Een vrouw van middelbare leeftijd, roodgeverfd haar, knielt snikkend neer bij een flakkerende kaars.

Op een andere plek liggen de eerste bloemen al te verwelken. ”Notre Père”, staat er op een blaadje dat erbij ligt, de Franse tekst van het Onze Vader. Het vlekkerige papier verraadt dat het zeker een half etmaal geleden is neergelegd.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer